Bij het opstellen van de kaderbrief 2025 - 2029 wordt de budgettaire ontwikkeling van de kapitaallasten 2026 - 2029 bepaald. Dit op basis van het doorrekenen van de kapitaallasten van de afgeronde investeringen, lopende investeringen en investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2025 - 2028, op basis van actuele cash-flows die is uitgevraagd bij de budgethouders.
Het actualiseren van het bestaande meerjareninvesteringsplan 2026 - 2029 heeft ook plaatsgevonden als onderdeel van deze Kaderbrief 2025 – 2029. Daardoor kon een betere inschatting van de maximale kapitaallasten van de investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2026 – 2029 worden berekend. Het geactualiseerde meerjareninvesteringsplan wordt vastgesteld bij het besluit over de programmabegroting 2026. Op dat moment wordt ook de besluitvorming (voor wat betreft investeringen) over de aanmeldingen bij de kaderbrief 2025 - 2029 verwerkt.
In onderstaande tabel is de netto ontwikkeling van de algemene uitkering inclusief de voorjaarsnota 2025 berekend.
NB: De netto taakstelling op jeugdzorg vanaf 2028 hebben we vooralsnog niet als taakstelling opgenomen in de cijfers voor de retraite en hebben we bij de netto ontwikkeling van de algemene uitkering uit gemeentefonds betrokken (m.u.v. de eigen bijdrage van 1,7 miljoen). Dus niet als taakmutatie.
Het totaal van de kapitaallasten voor de begroting 2025 - 2028 laat, ten opzichte van de huidige begroting (2024 - 2027), de volgende ontwikkeling zien:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
meerjarenbeeld kapitaallasten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
2025 - 2028 | 53.762 | 59.166 | 69.334 | 69.334 |
2026 - 2029 | 49.605 | 54.415 | 60.150 | 66.492 |
verschil: | - 4.157 | - 4.751 | - 9.184 | - 2.842 |
De budgettaire effecten moeten gecorrigeerd worden voor bijvoorbeeld mutaties in kapitaallasten die worden verrekend met reserves ter dekking van kapitaallasten (de parkeerreserve, de reserve afschrijving investeringen etc.). Voor- en nadelen op de kapitaallasten van investeringen in bedrijfsmiddelen worden gestort in de reserve bedrijfsvoering concern.
De diverse correcties geven het volgende beeld:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
meerjarenbeeld kapitaallasten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
correctie kapitaallasten verrekenen met reserves/heffingen etc.. | 1.334 | 2.313 | 2.298 | 736 |
correctie kapitaallasten bedrijfsmiddelen | 862 | 368 | 607 | 441 |
correctie totaal | 2.196 | 2.681 | 2.905 | 1.177 |
Tot 2023 verscheen jaarlijks de rapportage over het Financieel Perspectief Duurzame Stad (FPDS) bij de kaderbrief. Het rapporteren over de inzet uit de reserve Duurzame Stad maakt sindsdien onderdeel uit van de programmabegroting zelf. Eén van de afspraken vanuit het Financieel Perspectief Duurzame Stad is echter nog wel van kracht: de vrijval van kapitaallasten, gedekt vanuit de reserve duurzame stad, worden teruggestort in de reserve, als ware het een gesloten systeem.
Voorstel is om deze werkwijze aan te passen en de budgettaire ontwikkeling van kapitaallasten van kredieten/investeringen los te koppelen van de reserve Duurzame Stad. Hierdoor is een integrale afweging bij de kaderbrief mogelijk over deze vrijval van kapitaallasten. Dit voordeel is aanvullend op de reguliere ontwikkeling dit jaar voor het eerst zo verwerkt en is incidenteel van aard.
Ten opzichte van de begroting 2025 - 2028 geeft dit de volgende voordelige budgettaire ontwikkeling in de kapitaallasten te zien:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
meerjarenbeeld kapitaallasten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
totaal resultaat: | - 1.961 | - 2.070 | - 6.279 | - 1.665 |
Opgesplitst per programma geeft dit het volgende beeld:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
Per Programma: | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Bestuur & Dienstverlening | 7 | 8 | - 28 | - |
Veiligheid | - | - | - | - |
Economie & Toerisme | - 44 | - 2 | - | - 2 |
Mobiliteit | - 133 | 54 | - 1.776 | 9 |
Omgevingskwaliteit | - 1.218 | - 1.312 | - 757 | 297 |
Stedelijke Ontwikkeling | - 48 | - 222 | - 1.443 | - 1.206 |
Jeugd en Onderwijs | - 83 | - 33 | - 2.213 | - 564 |
Sport, Cultuur & recreatie | - 335 | - 308 | - 87 | - 254 |
Welzijn en Zorg | - 2 | - 2 | - 2 | - 11 |
Werk en Inkomen | - | - | - | - |
Algemene Dekkingsmiddelen | - 105 | - 253 | 27 | 66 |
Totaal: | - 1.961 | - 2.070 | - 6.279 | -1.665 |
Toelichting op de grote verschillen:
In het programma Mobiliteit is sprake van een voordeel in 2028 dat wordt veroorzaakt door actuele planningen van diverse projecten ten opzichte van het vorig jaar. Bijvoorbeeld ten aanzien van de maatregelen Noord Zuid verbindingsas (€ 300.000), Hoge Rijndijk (€ 378.000), het realiseren van een geavanceerd verkeersmonitoringssysteem (€ 114.000), het verschuiven van de cash flows op de onrendabele top van verstedelijkingsprojecten (€ 367.000) en de tracédelen van de Leidse Ring Noord (€ 204.000). Vooralsnog is de mogelijke vertraging over het geheel genomen ongeveer een jaar. Dat blijkt ook uit het feit dat de kapitaallasten 2029 nagenoeg gelijk blijven.
Het voordeel in de eerste jaren binnen het programma Omgevingskwaliteit wordt voornamelijk veroorzaakt door de geactualiseerde planning van de werkzaamheden stationstunnel (brandwerende beplating en LED verlichting) en geactualiseerde planningen op de diverse vervangingsinvesteringen binnen de domeinen van het beheer van de openbare ruimte.
In het programma Stedelijke Ontwikkeling worden de voordelen in de kapitaallasten van 2028 en 2029 voornamelijk bepaald door het verwerken van de actuele planning van het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed en de bibliotheek Nieuwstraat (voor een bedrag van € 1,2 mln. in 2028 en € 1,1 mln. in 2029). In het beeld van de meerjaren kapitaallasten van vorig jaar was nog rekening gehouden met afronding (en dus volledige kapitaallasten) vanaf 2027. Nu starten de kapitaallasten buiten het meerjarenbeeld 2026-2029. Hiervoor wordt in 2029 een centrale post voor maximale kapitaallasten in de begroting opgenomen.
In het programma Jeugd en Onderwijs wordt het voordeel in 2028 bepaald door een geactualiseerde planning van de bouw van diverse en scholen en gymzalen uit het integraal huisvestingsplan, bijvoorbeeld Da Vinci College (€ 803.000), scholencomplex de Zwaluw (€ 220.000), Leidse Hout school (€ 268.000), Scholencomplex Stevenshof (€ 220.000) en Vlietlandcollege (€ 210.000). Vooralsnog is de vertraging over het geheel genomen ingeschat op ongeveer een jaar. Ook in dit programma starten volledige kapitaallasten, in tegenstelling tot het vorige meerjarenbeeld, na 2029 (voor bijvoorbeeld de Leidse Hout school en Da Vinci College). Hiervoor wordt in 2029 een centrale post voor maximale kapitaallasten in de begroting opgenomen.
In het programma Sport Cultuur & Recreatie vallen de voordelen in 2025 en 2026 op. Deze hebben vooral betrekking op de actuele cash flow van de herinrichting sportpark de Mors (in 2025) en de renovatiewerkzaamheden aan de Boisotkade 2a (in het jaar 2026).
Maximale kapitaallasten van lopende kredieten en investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2026 - 2029:
In de begroting 2026 - 2029 is in de laatste jaarschijf nog niet de volledige en maximale kapitaallasten van de lopende investeringen en investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2026 – 2029 meegenomen. Een aantal laatste cash-flows zal in en na 2029 plaatsvinden waardoor kapitaallasten buiten de begroting 2026 – 2029 vallen. Vooralsnog wordt voor het maximale niveau van deze kapitaallasten een toename verwacht van € 11,9 mln. Dit hangt samen met een investeringsvolume van € 287,1 miljoen.
Voor kredieten/investeringen met start cash flow in de periode 2025 – 2029 en laatste cash flow in 2029 (dus in gebruik name in 2029) bedraagt de toename in 2030 ten opzichte van 2029 € 7,2 mln. Voor kredieten en investeringen met start cash flow in de periode 2025 – 2029 maar met de laatste cash flow vanaf 2030 en verder (dus in gebruik name vanaf 2030), bedraagt de toename ten opzichte van 2029 € 4,7 mln.
Het maximale niveau van de kapitaallasten is ongeveer € 4,5 mln. hoger dan vorig jaar. Dat komt onder andere doordat dit jaar het meerjareninvesteringsplan 2026 – 2029 ook als onderdeel van de Kaderbrief 2025 – 2029 is geactualiseerd en actualisatie van de planningen van grote projecten leidt tot laatste cash flow in 2029 (dus in gebruik name vanaf 2030) terwijl dit in het voorgaand jaar niet het geval was (de maximale kapitaallasten van bijvoorbeeld nieuwbouw bibliotheek Nieuwstraat, en de Stadswerf zaten in het meerjarenbeeld)
In onderstaand overzicht wordt een aantal grote veroorzakers van de maximale kapitaallasten per programma benoemd:
bedragen x € 1.000.000 | |||
Onderbouwing maximale kapitaallasten | investeringsvolume | kapitaallasten | |
Bereikbaarheid | 142,3 | 5,0 | |
LRN divers | 78,5 | 2,6 | |
Groene Lopers | 10,1 | 0,4 | |
Noord Zuid verbindingsas | 13,5 | 0,4 | |
Lammenschansweg | 20,2 | 0,8 | |
Onrendabele top verstedelijking | 11,2 | 0,4 | |
Overig (waaronder nwe jaarschijf infra) | 8,8 | 0,4 | |
Omgevingskwaliteit | 77,8 | 3,7 | |
Diverse rioleringswerken | 37,0 | 1,3 | |
Singelpark/Energiepark | 6,3 | 0,3 | |
Jaarschijf 2028 beheerdomeinen | 20,5 | 1,2 | |
Ondergrondse containers | 6,0 | 0,6 | |
Overig (w.o. diverse parken) | 8,0 | 0,3 | |
Stedelijke Ontwikkeling | 26,0 | 1,2 | |
Verbouw bibliotheek Nieuwstraat | 21,0 | 1,0 | |
Verduurzamen vastgoed | 5,0 | 0,2 | |
Jeugd en Onderwijs | 15,8 | 0,7 | |
IHP onderwijs (Leidse Hout/Da Vinci/Mareland) | 15,8 | 0,7 | |
Algemene Dekkingsmiddelen | 21,0 | 1,2 | |
nieuwe stadswerf | 20,0 | 0,9 | |
nieuwe jaarschijf 2029 wagenpark | 1,0 | 0,3 | |
Overige programma's | 20,0 | 0,8 | |
totaal: | 287,1 | 11,9 |
Een deel (in totaal € 1,9 mln.) van de maximale kapitaallasten in het programma Omgevingskwaliteit wordt verrekend met heffingen voor de riool en waterzorg (€ 1,3 mln.) en afvalstoffen (€ 0,6 mln.).
Dat betekent dat de budgettaire ontwikkeling van de maximale kapitaallasten € 10,0 mln. bedraagt (€ 11,9 mln. - € 1,9 mln.).
De budgettaire ontwikkeling in de kapitaallasten 2026 – 2029 bedraagt:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
meerjarenbeeld kapitaallasten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
totaal resultaat: | -1.961 | - 2.070 | - 6.279 | -1.665 |
De voordelen in elk jaar zijn tijdelijk van aard.
In de begroting 2026 - 2029 is in de laatste jaarschijf nog niet de volledige en maximale kapitaallasten van de lopende investeringen en investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2025 – 2028 meegenomen. Een aantal cash-flows zal in en na 2029 plaatsvinden waardoor kapitaallasten buiten de begroting 2026 – 2029 vallen. Vooralsnog wordt voor het maximale niveau van de kapitaallasten een toename verwacht van € 11,9 mln. Dit effect zit voornamelijk op programma’s Mobiliteit (betrekking hebbend op de Leidse Ring Noord en overige infrastructurele werken) en de vervangingsinvesteringen in de domeinen openbare ruimte van het programma Omgevingskwaliteit. En in mindere mate op de overige programma’s. Een deel (totaal € 1,9 mln.) van de maximale kapitaallasten in het programma Omgevingskwaliteit wordt verrekend met heffingen voor de riool en waterzorg (€ 1,3 mln.) en afvalstoffen (€ 0,6 mln.). Dat betekent dat de budgettaire ontwikkeling van de maximale kapitaallasten € 10,0 mln. bedraagt.
In de begroting 2026 - 2029 is naast de incidentele voordelen als gevolg van het aanpassen van cash-flows op basis van actuele planningen ook een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen omdat blijkt dat een zeker “planningsoptimisme” elk jaar leidt tot een voordeel in de kapitaallasten van een jaar.
Bij het bepalen van de cash-flows voor de ontwikkeling van de kapitaallasten 2026 - 2029 is, in navolging van vorig jaar, extra aandacht gegeven aan een realistische planning van de cash-flows door een nog intensievere afstemming tussen budgethouder/projectleider, planning- en risicomedewerker en projectcontroller. Tevens heeft een review (door directie en ambtelijk opdrachtgevers) van de cash-flows plaatsgevonden voor de grote projecten, de projecten in de onderwijshuisvesting en de vervangingsinvesteringen in de domeinen van de openbare ruimte.
Het resultaat hiervan heeft vorig jaar geleid tot het aanpassen van de stelpost onderuitputting kapitaallasten omdat we deze vanwege het meer reëel plannen van de cash flow vooral in de eerste jaren van het meerjarenbeeld de stelpost niet realiseren. Voor het meerjarenbeeld 2026 bedraagt de stelpost:
bedragen x € 1.000 (- = V) | ||||
stelpost onderuitputting kapitaallasten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
totaal stelpost oud: | - 1.781 | - 2.137 | 2.493 | - 2.493 |
verlagen conform lijn KB 2024 | 357 | 356 | 356 | |
Totaal stelpost nieuw: | - 1.424 | -1.781 | - 2.137 | - 2.493 |