Ontwikkeling | Nr. | Onderwerp | L/B | I/S | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mee/Tegenvaller | 10.01 | Correctie bedrijfsreserve DZB | L | I | 102 | ||||
10.02 | Studietoeslag | L | S | 550 | 250 | ||||
B | I | -550 | -250 | ||||||
10.03 | Suite sociaal domein | L | S | 348 | 398 | 398 | 398 | 398 | |
10.04 | Niet-realiseren besparing schuldhulpverlening | L | S | 260 | 260 | ||||
B | I | -260 | -260 | ||||||
Nieuwe uitgave | 10.05 | Schuldhulpverlening - basisdienstverlening | L | S | 100 | 200 | |||
B | I | -100 | -200 | ||||||
10.06 | Uitvoeringsplan armoedebeleid | L | S | 60 | 90 | ||||
B | I | -60 | -90 | ||||||
Tot. | 450 | 398 | 398 | 398 | 398 |
Bedragen x € 1.000
Bij de resultaatbestemming 2022 is € 102.000 van het resultaat DZB op regionale projecten per abuis toegevoegd aan de concernreserve. Dat had toegevoegd moeten worden aan de bedrijfsreserve van DZB. Bij de tweede technische wijziging van 2023 is de € 102.000 wel onttrokken aan de bedrijfsreserve van DZB. Met deze correctie wordt de € 102.000 weer toegevoegd aan de bedrijfsreserve DZB zodat deze regionale projecten kunnen worden uitgevoerd,
De kosten van de studietoeslag nemen toe, met name doordat er met terugwerkende kracht (vanaf april 2022) kan worden aangevraagd. Dat is geen Leids beleid, maar wettelijk bepaald. De doelgroep bestaat uit studenten met een blijvende medische beperking. Voor 2025 worden de incidentele extra kosten die veroorzaakt worden door het terugwerkende kracht-effect voorlopig geschat op € 300.000. De reguliere extra kosten als gevolg van de toename van het aantal studietoeslagen bedragen € 250.000. Vooralsnog worden deze extra kosten geraamd tot en met 2026. De extra kosten van € 550.000 in 2025 en € 250.000 in 2026, worden gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein. Tevens zal gekeken worden of er aanpassingen in beleid en uitvoering kunnen plaatsvinden om de kostenstijging te beperken. Vanaf 2027 geldt er een nieuw armoedebeleidsplan, dat zal moeten passen binnen de dan geldende budgettaire kaders. De studietoeslag is een openeinderegeling. Dit betekent dat er geen vast budgetplafond is vastgelegd. Er is dus geen limiet aan het aantal gevallen of aan de totale uitgaven die onder deze regeling vallen.
In 2024 is het regionale project Suite Samenlevingszaken Sociaal Domein afgerond. Na afronding van het project bleken de kosten voor de hosting en functioneel beheer van dit systeem een onvoorziene, extra structurele last op te leveren. Achtergrond: Het applicatiesysteem is aangeschaft als een SAAS-oplossing (‘software as a service’), wat betekent dat de applicatie (Civision Samenleving) draait op servercapaciteit van de leverancier. In de oude situatie draaide de software op de servers van Open Line. Bij de implementatie was de verwachting dat de hosting bij de leverancier van het nieuwe systeem kostenneutraal was, omdat applicaties niet langer bij Open Line gehost hoefden te worden. In de praktijk is echter gebleken dat deze kostenbesparing bij Open Line vrijwel nihil is. Door deze tegenvaller is in 2025 een aanvullend budget van € 226.000 voor hosting benodigd en vanaf 2026 structureel € 276.000 per jaar. Verder blijkt het noodzakelijk om de capaciteit van de functioneel beheerders van Civision Samenleving uit te breiden, vanwege de toegenomen complexiteit en de omvang van de nieuwe applicatie. De extra structurele kosten zijn voor Leiden € 122.000 per jaar vanaf 2025. Het grootste deel van de werkprocessen die door Civision Samenleving worden uitgevoerd vallen onder programma 10, maar in dit programma is geen budget gereserveerd / beschikbaar voor deze extra structurele kosten.
Ten tijde van de invoering van Eerste hulp bij geldzorgen is er bij de vaststelling van de begroting 2021 een verwachte besparing op schuldhulpverlening opgenomen van € 100.000 in 2023 en € 220.000 vanaf 2024. De verwachting was dat EHBG uiteindelijk zou leiden tot minder ‘zware’ schuldhulpverleningsverzoeken vanaf 2023 en er dus minder schuldhulpverleners nodig waren. Het blijkt dat dat effect niet of in onvoldoende mate heeft plaatsgevonden. Door o.a. het na-effect van corona en de inflatie is het aantal directe aanmeldingen bij de Stadsbank alleen maar toegenomen. Door indexatie is de taakstelling van € 220.000 toegenomen tot € 260.000 (prijspeil begr 2025). Het schrappen van deze besparing van € 260.000 in 2025 en 2026 wordt gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein. Vanaf 2027 hebben we een nieuw armoede/schuldhulpverleningsbeleidsplan. Daarin kunnen keuzes worden gemaakt zodat het past binnen de dan geldende budgettaire kaders.
Middelen voor financiële begeleiding en nazorg schuldhulpverlening voor 2025 en 2026 zodat inwoners financieel zelfredzaam worden. In de basisdienstverlening schuldhulpverlening zijn afspraken gemaakt om inwoners financiële begeleiding en nazorg te bieden. Deze begeleiding is belangrijker geworden door de verkorting van de schuldregeling van 36 naar 18 maanden. Om inwoners deze financiële begeleiding, budgetcoaching te geven is extra inzet nodig vanuit schuldhulpverleners, vrijwilligers en sociaal werkers en zal er meer integraal gewerkt moeten worden. Daarnaast onderzoeken we een effectief instrument om in te zetten voor de begeleiding en nazorg, wat ook een toezegging is vanuit het rekenkameronderzoek. Verder zijn er middelen nodig voor communicatie en ontwikkelen van materiaal om inwoners te bereiken en hulp te kunnen bieden, waarbij er ook specifieke aandacht is om jongeren te bereiken. Dekking vindt plaats vanuit de reserve sociaal domein.
Er zijn middelen nodig om het vastgestelde uitvoeringsplan armoedebeleid uit te voeren in 2025 en 2026. Hiervan is € 60.000 nodig in 2025 en € 90.000 in 2026. De middelen worden ingezet om verschillende acties uit het uitvoeringsplan te realiseren. Het organiseren van loketten in de wijk (actie 3.1) en het ontwikkelen van materiaal en het bereiken van inwoners (actie 2.1 en 2.2). De kosten worden gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein.