Ontwikkeling | Nr. | Onderwerp | L/B | I/S | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Autonoom | AD.01 | Ontwikkeling Algemene uitkering Gemeentefonds en OZB | B | S | 280 | -99 | 933 | 1.107 | 148 |
-5.433 | -9.075 | -11.235 | -5.945 | -10.735 | |||||
Mee/Tegenvaller | AD.02 | Meevaller dividend BNG en Alliander | B | S | -418 | ||||
AD.03 | Ontwikkeling energiekosten | L | S | 1.656 | 1.656 | 1.656 | 1.656 | 1.656 | |
-2.148 | -1.656 | -1.656 | -1.656 | -1.656 | |||||
AD.04 | Actualisatie kapitaallasten lopende investeringen | L | S | 414 | |||||
AD.05 | Actualisatie financieringslasten | L | S | -2.065 | -1.880 | -2.287 | -1.829 | 3.440 | |
AD.06 | Actualisatie kapitaallasten lopende investeringen | L | I | -10.000 | |||||
S | 10.000 | ||||||||
-7.400 | |||||||||
AD.07 | Actualisatie kapitaallasten lopende investeringen | L | S | 357 | 356 | 356 | |||
-1.961 | -2.070 | -6.279 | -1.665 | ||||||
Nieuwe uitgave | AD.08 | Verhogen behoedzaamheidsruimte | L | S | 338 | 450 | 450 | 450 | |
Bijsturing | AD.01 | Ontwikkeling Algemene uitkering Gemeentefonds en OZB | B | S | -1.700 | -1.700 | |||
AD.09 | Inzet stelpost indexering | L | S | -1.654 | -1.495 | -1.495 | -1.495 | -1.495 | |
AD.10 | Kasschuif via reserve afschijvingen investeringen | L | I | 17.500 | |||||
B | I | -17.500 | |||||||
S | -438 | ||||||||
AD.11 | Verrekenen resultaat concernreserve | L | I | 496 | 3.865 | 2.894 | 8.494 | ||
B | I | -3.067 | |||||||
Tot. | -12.434 | -13.319 | -11.483 | -12.442 | -10.900 |
Bedragen x € 1.000
Met deze kaderbrief actualiseren we de raming van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de OZB-inkomsten. Zie hiervoor de toelichting in de hoofdstukken 4.2. Loon, prijs en ontwikkeling lokale heffingen en 4.4. Ontwikkeling algemene uitkering Gemeentefonds.
Door een hogere winst over 2024 vallen het dividend Alliander en BNG samen € 418.000 hoger uit dan begroot. Dit zorgt voor een eenmalige meevaller.
Vorig jaar zijn de wereldwijde ontwikkelingen op de prijzen voor energie in rustige vaarwater gekomen. De energiekosten zijn nog altijd hoger dan we vanuit het verleden gewend zijn. De verwachting is dat de energiekosten niet meer op het oude niveau komen. Voor 2025 is een stelpost van € 2,8 miljoen beschikbaar. Voor 2026 en 2027 is ook € 2,8 miljoen (jaarlijks) en vanaf 2028 is € 2,7 miljoen (jaarlijks) beschikbaar. Op grond van de huidige energieprijzen is voor 2025 € 2,4 miljoen extra nodig om de energiekosten te dekken. In de stelpost blijft € 0,5 miljoen over en die valt in 2025 vrij. Voor de jaren 2026 e.v. valt de stelpost niet vrij, omdat er een nieuwe aanbesteding volgt en dat het onzeker is hoe de prijzen zicht ontwikkelen.
De onderuitputting kapitaallasten is na verrekening met diverse gesloten systemen € 413.659 lager dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Voor 2025 is het nodig om de omslagrente te verlagen van 1% naar 0,8%, het financiële effect van de verlaging is ook onderdeel van deze mutatie. Uit de actualisatie van kasstromen volgt in de jaren 2026-2029 een vrijval aan kapitaallsten. Het naar achter schuiven van kapitaallasten zorgt ervoor dat de stelpost voor kapitaallasten buiten het meerjarenbeeld oploopt tot € 10 miljoen. Zie voor de uitgebreide analyse en toelichting hoofdstuk 4.5 Ontwikkeling kapitaallasten.
Als gevolg van de geactualiseerde kasstromen binnen investeringen vallen de verwachte financieringslasten in de jaren 2025-2028 jaarlijks € 1,8 tot € 2,3 miljoen lager uit dan eerder geraamd. De gestegen rente op de kapitaalmarkt zorgt er echter voor dat financieringslasten op langere termijn juist iets oplopen. Ook de extra investeringsvolumes in deze kaderbrief geven op termijn een hogere rentelast. Dit leidt in 2029 tot € 3,4 miljoen hogere financieringslasten.
We stellen voor om de behoedzaamheidsruimte te verhogen met € 337.500 in 2026 en structureel € 450.000 voor 2027 en verder. Deze structurele begrotingsruimte kan de gemeenteraad betrekken bij de integrale afweging over deze kaderbrief.
Uit de indexering van baten en lasten van de Programmabegroting 2025 stond nog een positief saldo van € 1,5 miljoen op de stelpost indexering. Dit zetten we in deze kaderbrief in om een deel van de nadelen op te vangen die ontstaan doordat de werkelijke loon- en prijsontwikkeling niet aansluit op de indexering van de begroting. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om de correctie indexering Wmo, Sterke sociale basis en technische installaties vastgoed.
In deze kaderbrief treden over de verschillende jaren voordelen op die we toevoegen aan de concernreserve. Hiermee ontstaat € 17,5 miljoen aan incidentele ruimte. Deze ruimte storten we in de reserve afschrijvingen investeringen om over een periode van 40 jaar een deel van de afschrijvingen van het investeringsprogramma te dekken. Dit zorgt voor een structurele vrijval van kapitaallasten van € 437.500 die we inzetten voor het structureel sluitend maken van de begroting.
De voorgestelde wijzigingen in de inkomsten (baten) en uitgaven (lasten) leiden jaarlijks onder-aan-de-streep tot een tekort of overschot. Dit noemen we ook wel het saldo. Dit saldo verrekenen we zoals gebruikelijk met de concernreserve.
Ontwikkeling | Nr. | Onderwerp | L/B | I/S | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budgettair neutraal | OH.01 | Aanschaf extra kraakperswagen | L | S | 70 | 140 | 39 | 101 | 101 |
-70 | -140 | -39 | -101 | -101 | |||||
Mee/Tegenvaller | OH.02 | Inzet team Regie Integraal Beheer bij projecten | L | I | -125 | ||||
S | 125 | ||||||||
OH.03 | Groei en krimp aantal medewerkers | L | S | 2.049 | 2.049 | 2.049 | 2.049 | ||
-1.831 | -1.831 | -1.831 | -1.831 | ||||||
B | S | 57 | 57 | 57 | 57 | ||||
-274 | -274 | -274 | -274 | ||||||
OH.04 | Storting bedrijfsvoeringsreserve concern | L | I | 1.787 | |||||
OH.05 | Jubileum bevrijdingsdag 2025 | L | S | 80 | |||||
OH.06 | Risicobijdrage centrumregeling tot en met 2028 | L | S | 1.157 | 1.142 | 1.136 | 1.136 | ||
OH.07 | Stijging van kosten voor vaste samenwerkingen en wettelijke taken gemeente | L | S | 172 | 172 | 172 | 172 | 172 | |
OH.08 | Technische niet-projectgebonden werkzaamheden Stadsingenieurs | L | S | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
OH.09 | Onderhoudsbudget ambtenarenhuisvesting beheer | L | S | 80 | 65 | 85 | 122 | 122 | |
OH.10 | Wagenpark verzekering | L | S | 134 | 134 | 134 | 134 | 134 | |
B | S | -56 | -56 | -56 | -56 | -56 | |||
Nieuwe uitgave | OH.11 | Stafadviseurs stedelijke ontwikkeling | L | S | 80 | 218 | 218 | 218 | 218 |
OH.12 | Structurele inzet werkprocesmanagement vanuit cluster IDA | L | S | 366 | 366 | 366 | 366 | ||
OH.13 | IB&P - Stabiliteit en Veiligheid | L | S | 1.007 | 1.760 | 1.760 | 2.010 | 2.010 | |
-369 | -288 | -171 | -345 | -422 | |||||
B | S | -638 | -478 | -603 | -380 | -340 | |||
OH.14 | Aanstellen extra leidinggevende BMO | L | S | 100 | 150 | 150 | 150 | 150 | |
OH.15 | Centrale GIS-voorziening t.b.v. beleid, uitvoering en beheer in het fysieke domein | L | I | 463 | 566 | 566 | |||
-351 | -260 | -260 | |||||||
S | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | ||||
-200 | -200 | -200 | -200 | -200 | |||||
Tot. | 3.745 | 3.591 | 3.597 | 3.628 | 2.454 |
Bedragen x € 1.000,-
Door de groei van de stad en het toenemende aantal meldingen is de huidige inzet van grofvuilwagens onvoldoende om de afgesproken wachttijd van 8 werkdagen te blijven halen. Een extra kraakperswagen is noodzakelijk om de oplopende werkdruk op te vangen, de wachttijd terug te brengen en de fysieke belasting van medewerkers te verminderen. Deze kraakperswagen kan in 2027 geleverd worden, tot die tijd dient er een extra wagen ingehuurd te worden. De kosten voor de aanschaf van deze elektrische kraakperswagen bedraagt € 460.000, de kapitaallasten bedragen € 60.000. De exploitatiekosten bedragen € 39.000 vanaf 2027. De lasten voor de inhuur bedragen € 69.950 in 2025 en € 139.920. Deze worden gedekt uit het budget areaaluitbreiding binnen Beheer.
Vanuit het team RIB (regie integraal Beheer) van het cluster Beheer worden adviesuren ingezet voor de voorbereiding en uitvoering van projecten binnen de gemeente Leiden. Die inzet is in de laatste jaren substantieel toegenomen en kan niet meer vanuit de oorspronkelijke beschikbare formatie worden geleverd. Dit komt door het grote aantal projecten die worden opgepakt en het nut en de noodzaak die wordt ervaren, om het cluster Beheer, in de diverse fasen van een project om advies te vragen (bijvoorbeeld ten aanzien van materialisatie, technische specificaties in ontwerpen, beheerconsequenties etc.). Het voorstel is om de kosten in 2025 te dekken uit het incidentele voordeel op de beheerlasten van wijkvernieuwingsprojecten (zie ook de aanmelding in het programma Omgevingskwaliteit inzake beheerkosten wijkvernieuwingen) en vanaf 2026 mee te nemen in de actualisatie van de beheerplannen in de openbare ruimte bij de Kaderbrief 2026-2030.
De Centrumregeling Bedrijfsvoering Leidse Regio bepaalt op 1 maart de groei in het aantal medewerkers voor het komende jaar. De financiële gevolgen hiervan is verwerkt in deze wijziging. Ten opzichte van de vorige meting is het aantal accounts in Leiden en de partnergemeenten gegroeid met 53. Per account wordt in 2026 € 19.676 toegevoegd aan het budget van de centrumregeling, in totaal ruim € 1 miljoen. Daarnaast wordt een inflatiecorrectie van in totaal € 47.000 toegepast op de groei van voorgaande jaar. De groeibijdrage is in principe structureel en wordt budgetneutraal verrekend met de clusters en partners die groeien.
In artikel 25, lid 4, van de financiële verordening van de gemeente Leiden is vastgelegd dat de Bedrijfsvoeringsreserve concern minimaal 1% van de personele lasten moet bedragen. Op basis van de begroting 2025 komt dit neer op € 1.623.915. De huidige stand van de reserve per 1 januari 2025 bedraagt € 2.118.522. Echter, door geraamde onttrekkingen in 2025, waaronder € 1.900.000 voor invoeringskosten van het financiële systeem en € 402.000 voor overige bedrijfsvoeringkosten, daalt de reserve tot een tekort van € 183.478. Om de minimale omvang van 1% te bereiken, is een storting van € 1.807.393.
Ieder jubileumjaar reserveert de gemeente Leiden een specifiek budget voor de viering van Bevrijdingsdag. Voor het jaar 2025 is een bedrag van € 80.000 benodigd om de festiviteiten te realiseren.
In 2025 is er een bedrag opgenomen van € 1.156.603 op de stelpost bedrijfsvoering, dat wij nu dienen op te voeren voor de risicobijdrage in het kader van de Centrumregeling. Dit bedrag is noodzakelijk voor het afdekken van de risico's die voortvloeien uit de uitvoering van de regeling en zorgt voor een adequate financiële dekking van mogelijke kosten. In 2028 wordt beoordeeld of de omvang van de risicobijdrage aan de Centrumregeling nog op hetzelfde niveau moet worden gehouden. Afhankelijk hiervan zal dan een nieuw voorstel worden aangeboden aan de raad.
De stijging van bijdragen aan regionale en landelijke samenwerkingsverbanden, zoals Stedennetwerk G40, Platform31 en de VNG, is structureel hoger dan de indexatie die gemeente Leiden toepast. Daarnaast zijn kosten voor officiële publicaties zonder bijbehorend budget overgeheveld naar de gemeente. Dit leidt tot financiële tekorten van in totaal € 172.000 die niet binnen de huidige begroting zijn opgevangen.
Binnen de afdeling Stadsingenieurs zijn aanvullende taken ondergebracht, die verdeeld kunnen worden in twee hoofdgebieden: het onderhouden van uniforme technische kwaliteitsstandaarden en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe kennis, inzichten en technologieën ter ondersteuning van beleidsdoelen. Het onderhouden van uniforme technische kwaliteitsstandaarden is essentieel om de kwaliteit van het werk te garanderen en de efficiëntie van projecten te bevorderen. Tegelijkertijd is het ontwikkelen en toepassen van nieuwe kennis en innovaties cruciaal voor de implementatie van beleidsambities en het inspelen op een dynamische omgeving. Vanaf 2025 wordt er jaarlijks € 100.000 toegevoegd aan de begroting om op een minimum vereist niveau de kwaliteit, efficiëntie en realisatie van beleidsambities te kunnen waarborgen.
De bedrijfslocaties van cluster Beheer (Admiraal Banckertweg 15 en Kenauweg 3) worden correctief onderhouden in afwachting van de realisatie van de nieuwe stadswerf, conform het raadsbesluit van mei 2021. Om kapitaalvernietiging te voorkomen, worden investeringen beperkt, maar door toenemende technische en bouwkundige gebreken, zoals uitval van installaties en lekkages, nemen de noodzakelijke onderhoudskosten toe. Tot 2024 konden deze kosten worden opgevangen doordat de raad in 2021 extra middelen beschikbaar heeft gesteld tot en met 2025, maar bij verdere verlaging van de onderhoudsbudgetten vanaf 2026 is dit niet langer mogelijk. Daarnaast zorgen prijsstijgingen ervoor dat de kosten van onderhoud gemiddeld met 10% zijn toegenomen. Tegelijkertijd loopt de realisatie van de nieuwe stadswerf vertraging op door netcongestie en planvormingsproblemen, waardoor de huidige locaties langer in gebruik blijven en extra onderhoud vereisen. Daarnaast worden de kleinere locaties met huisvesting van medewerkers van Beheer ook in stand gehouden vanuit het onderhoudsbudget. Gezien deze ontwikkelingen zijn extra middelen noodzakelijk. Daarom wordt de raad verzocht om vanaf 2025 aanvullende financiële middelen beschikbaar te stellen: € 80.000 in 2025, € 65.247 in 2026, € 84.908 in 2027 en vanaf 2028 structureel € 122.408. Dit is noodzakelijk om de instandhouding van de huidige gebouwen, terreinen en installaties te waarborgen.
De aanbesteding voor de verzekering van het wagenpark heeft dit jaar plaatsgevonden. Het was een lastige aanbesteding, met weinig geïnteresseerde partijen. De aanbesteding is uiteindelijk gegund aan een partij, maar het betekent wel voor de gemeente Leiden een aanzienlijke premiestijging. De premie is gebaseerd op het principe "de vervuiler betaalt" en wordt mede bepaald door de schadelast en de loss rate, die bij verzekeraars doorgaans maximaal 65% bedraagt. Voor de gemeente Leiden betekent deze nieuwe aanbesteding een stijging van € 134.267 ten opzichte van de oude premie.
Uit interne analyse is gebleken dat niet alle afdelingen op dezelfde wijze werken en georganiseerd zijn. Belangrijk verschil zit in de inhoudelijke ondersteuning die afdelingsmanagers hebben. Bij drie van de vijf afdelingen is inhoudelijk-strategische ondersteuning geborgd, in een stafadviseur. Deze inhoudelijke ondersteuning is de rechterhand van de afdelingsmanager, coördineert en monitort afdelingsbrede processen zoals de afspraken rondom de P&C cyclus, uren en capaciteitsraming voor de afdeling als geheel, vervult een belangrijke functie als spin in het web om bijvoorbeeld overall raadsvragen te coördineren, de strategische richting en (jaar)plannen van de afdeling te ontwikkelen en de versterkt de interactie en samenwerking binnen de afdeling. Het inzicht vanuit de analyse is dat twee van de vijf afdelingen deze rechterhand missen. Hierdoor worden de afdelingen beperkt in de organisatie en bedrijfsvoering en ligt er te veel op het bord van de afdelingsmanager en zijn de span of attention en de span of control niet meer in balans. Los van de uitkomsten van de doorontwikkeling, is dit een no-regret maatregel die nodig is om de kwaliteit van de organisatie en bedrijfsvoering van de afdelingen te borgen en de werkdruk bij de afdelingsmanagers te verlichten.
Vanuit het cluster IDA houdt het een team van in totaal 3,1 fte zich sinds 2021 bezig met werkprocesmanagement voor de gemeente Leiden. De kosten van deze formatie zijn tot en met 2025 gedekt. Eind 2024 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de resultaten van werkprocesmanagement. De evaluatie laat positieve resultaten zien in organisatieontwikkeling en bevestigt de noodzaak om werkprocesmanagement structureel te borgen binnen het cluster IDA. De benodigde dekking voor deze structurele borging bedraagt € 366.000 per jaar vanaf 2026.
De snelheid waarmee de maatschappij digitaal verandert heeft een grote impact op onze stad, iedere maatschappelijke opgave, en het werk van de gemeentelijke organisatie. De snelheid waarmee technologische en digitale ontwikkelingen elkaar opvolgen is hoog. We moeten meebewegen met deze continue verandering en willen profiteren van slimme toepassingen. De komende jaren zijn er daarom belangrijke stappen nodig op het gebied van een toekomstbestendige informatievoorziening. En in het hier en nu is het van belang dat we de basis op orde hebben, met een stevige, stabiele en vooral veilige digitale infrastructuur.
We vragen middelen om de robuustheid, stabiliteit en veiligheid van het digitale domein te vergroten en te borgen. Onze dienstverlening, het bereiken van maatschappelijke doelen en het (sterk) toenemende dreigingsbeeld op het gebied van cybersecurity maken dat noodzakelijk.
Met dit voorstel bereiken we een volwassenheidsniveau dat past binnen de gemeente Leiden. Wij weten ook dat niet alles tegelijkertijd kan. Het groeipad is dus financieel vertaald voor een bedrag van per saldo € 1,0 mln. in 2026 oplopend naar € 1,2 mln. in 2029.
De afdeling Beleid Maatschappelijke Ondersteuning (BMO) voldoet op dit moment niet aan de richtlijnen conform de organisatievisie Leiden in verbinding. Het is daarom minimaal nodig om structureel een extra afdelingsmanager aan te stellen. Op dit moment is een tijdelijk extra afdelingsmanager aangesteld en bekostigd uit incidentele middelen.
Leiden staat voor complexe ruimtelijke opgaven, zoals voldoende woningbouw, de energietransitie en klimaatadaptatie. Daarom maken we ruimte om te investeren in een centrale GIS-voorziening (Geografisch Informatiesysteem) om ruimtelijke afwegingen mogelijk te maken. Zo werken wij o.a. aan het Grand Design van Leiden. Het Grand Design brengt onder- en bovengrondse ruimtebehoeften in kaart om conflicten en knelpunten tijdig te signaleren, door middel van stapelbare GIS-kaarten voor alle beleidsdomeinen. Hiernaast helpt de GIS-voorziening ook andere afdelingen en teams uit de ontwerp-, realisatie- en beheerfase om te professionaliseren in data-gedreven en locatie-specifiek werken. Eind 2027 hebben we een werkende GIS-voorziening dat ondersteund wordt door een centraal data-platform. Ook hebben we beleidsambities, waar mogelijk en wanneer noodzakelijk, locatie-specifiek gemaakt en laten we deze (al dan niet gewijzigd) landen in de omgevingswetinstrumenten en op kaartlagen van het Grand Design. Ook beschikken wij over thema-specifieke datasets en kaartlagen voor onder andere de tegels Energie en Bodem. In het Grand Design is de informatie te vinden die nodig is om te kunnen ontwerpen, onderbouwen en om ruimtelijke keuzes te kunnen motiveren. Collega's kennen het Grand Design en leren er steeds beter mee werken. Het werken met en aan het Grand Design is opgenomen in ons reguliere werk. Voor uitbreiding van de huidige scope richting Beheer, Projectbureau en PHV wordt op een later moment, indien nodig, aanvullende middelen gevraagd. Door IV worden momenteel gesprekken gepland om de behoeftes van genoemde clusters op te halen. De incidentele kosten bedragen voor 2025 € 111.250 en voor de jaren 2026 en 2027 € 305.808. De structurele kosten bedragen vanaf 2025 € 200.000. Omdat de opgaven waarvoor de GIS-voorzieningen wordt ingezet sterk samenhangt met de groei van de stad, dekken we deze structurele kosten uit de stelpost areaaluitbreiding.