Kaderbrief 2025-2029

3.5.2 Financiële ontwikkelingen

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2025

2026

2027

2028

2029

Budgettair neutraal

05.01

Capaciteit voor grip en bodemenergie

L

S

155

155

-155

-155

05.02

Riolering Lammenschans

L

S

39

39

B

S

-39

-39

05.03

Menginstallatie pekelwater

L

S

8

8

8

7

-8

-8

-8

-7

Mee/Tegenvaller

05.04

Investering duiker de Verleyding

L

S

4

4

4

4

05.05

Renovatie Stationspleintunnel

L

S

202

200

-121

-174

-173

05.06

Beheer- en onderhoudskosten wijkvernieuwingsprojecten

L

S

-19

-83

-43

150

434

-150

-434

05.07

Kabels en leidingen

L

S

99

99

99

99

99

-395

-445

-445

-445

-445

B

S

401

481

481

481

481

-395

-395

-395

-395

-395

05.08

Gestegen kosten kinderboerderij

L

S

90

90

90

90

90

B

S

-38

-38

-38

-38

-38

05.09

Inhaalslag snoeien

L

S

80

05.10

Gestegen kosten Samen aan de Slag

L

S

50

05.11

Tunnelbeheer Stationspleintunnel

L

S

50

120

120

120

120

05.12

Stijging loon uitzendkrachten via uitzendbureau

L

S

43

43

43

43

43

B

S

-11

-11

-11

-11

-11

05.13

Marktconforme prijs dienstverlening DZB onderhoud groen en speeltuinen

L

S

90

90

90

90

90

-185

-185

-185

-185

-185

B

S

95

95

95

95

95

05.14

Beheer- en onderhoudskosten diverse projecten en nieuwe ontwikkelingen 2025

L

S

183

183

183

183

183

-183

-183

-183

-183

-183

05.15

Bijdrage Omgevingsdiens West-Holland

L

S

-76

-76

-76

-76

Nieuwe uitgave

05.16

Ontdemping Kort Rapenburg

L

S

278

05.17

Grondstoffennota 2025-2029

L

S

520

963

1.067

1.173

1.303

-470

-585

-630

-672

-717

B

S

-50

-378

-438

-502

-586

05.18

Groen investering in kennis en expertise

L

S

69

69

69

69

69

05.19

Capaciteit dierenwelzijn op orde

L

S

75

128

88

75

75

05.20

Leefbaarheid Stevenshof

L

S

200

B

I

-200

Tot.

101

-14

-135

44

322

Bedragen x 1.000

Budgettair neutraal

05.01 Capaciteit voor grip en bodemenergie

Bodemenergie is een thema dat steeds aandacht verdient, mede door de vele kleine en grote aanvragen als gevolg van de warmtetransitie. De aandacht moet er zijn in zowel de ondergrondse verdeling van warmte als in de juridisch-financiële inbedding van het thema in onze gemeentelijke organisatie. Daarom is capaciteit nodig om dit thema juridisch beter te verankeren. We zien de noodzaak om bodemenergie te borgen door diverse ontwikkelingen, waaronder netcongestie, warmtetransitie maar ook de Omgevingswet. Omdat bodemenergie nu onvoldoende is geborgd in de ambtelijke organisatie kan onvoldoende uitvoering gegeven worden aan de verordening die sinds 2022 van kracht is. Ook heeft het onderwerp een nadere uitwerking nodig in visie, beleid en regels via een verordening (en verankering in het Omgevingsplan). Het budget voor dit thema verhogen we met €155.000 voor 2025 en 2026. Dit dekken we uit het beschikbaar budget voor energietransitie.

05.02 Riolering Lammenschans

Het project herinrichting Lammenschans zal medio 2027 werkzaamheden verrichten langs de Lammenschansweg-strip / Lammenschansdriehoek. Echter staat de rioolvervanging voor 2031 gepland, en daarom is het krediet niet opgenomen in het MIP 2025-2028. In het kader van het werk met werk maken is het essentieel dat de rioolvervanging tegelijk met de herinrichting plaatsvindt. Deze lasten worden gedekt uit de riool- en waterzorgheffing.

05.03 Menginstallatie pekelwater

De zoutmenginstallatie aan de Kenauweg speelt een cruciale rol in het winteronderhoud van onze wegen. Deze installatie, oorspronkelijk aangeschaft door Rijkswaterstaat, werd bij de ingebruikname van het terrein overgedragen aan de gemeente Leiden. Hierdoor heeft er nooit een reguliere afschrijving plaatsgevonden; er is nu geen gereserveerd budget voor vervanging. De installatie is aan het einde van zijn levensduur. Hierdoor dreigt de continuïteit van het strooibeleid in gevaar te komen. Dit heeft directe gevolgen voor de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid van onze stad in de wintermaanden. Het is daarom noodzakelijk dat de installatie vervangen wordt. De nieuwe zoutmenginstallatie wordt zo uitgevoerd dat deze in de toekomst zo nodig kan worden verplaatst. Dan blijft Leiden ook in de toekomst adequaat voorbereid op winterse omstandigheden. De investeringskosten bedragen 70.000 met structurele kapitaalslasten van 7.700 m.i.v. 2026. De kapitaalslasten worden gedekt uit het budget voor gladheidsbestrijding.

Mee- / tegenvaller

05.04 Investering duiker de Verleyding

Het is nodig om vooruitlopend op de uitvoering van het fietspad Potgieterlaan een extra duikerverbinding te realiseren. Deze duiker “de Verleyding” is noodzakelijk om een robuuste waterverbinding te realiseren voor de Boshuizerwijk, voor waterkwaliteit en om een extra afvoermogelijkheid voor het oppervlakte-/hemelwater te hebben. Hiervoor is een krediet van 150.000 benodigd. Voorgesteld word om dit krediet dit jaar beschikbaar te stellen.

05.05 Renovatie Stationspleintunnel

In 2024 is een bedrag van 9,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de renovatie van de Stationspleintunnel. Na een mislukte aanbesteding is de raming geactualiseerd en komen we een bedrag van 3,6 mln. tekort (dit is incl. de aanpassing van de levensduurverlenging van de ventilatoren van 10 naar 20 jaar wat aanvullend investeringsvolume met zich meebrengt van 401.000). De verwachting is dat de renovatie eind 2026 start en wordt afgerond in 2027. Om het tekort van 3,6 mln. te dekken wordt voorgesteld om gebruik te maken van de onderschrijding op de investering asfalteren Stationspleintunnel (400.000) en door gebruik te maken van het krediet prijsstijgingen (2.210.000). Het resterende tekort van 1.026.000 met een bijbehorende kapitaallast van 27.952 wordt aangevraagd middels deze kaderbrief. 

05.06 Beheer- en onderhoudskosten wijkvernieuwingsprojecten

Door enkele nieuwe ontwikkelingen in de planning zijn de beheer- en onderhoudskosten van de wijkvernieuwingsprojecten verschoven en in sommige gevallen toegenomen. Het reeds beschikbare structureel budget van 184.340 is tot en met 2027 voldoende. Vanaf 2028 zullen diverse wijkvernieuwingsprojecten worden afgerond en overgedragen naar Beheer, waardoor er meer onderhoudsmiddelen benodigd zijn. In 2028 150.352 en in 2029 434.001. Voorgesteld wordt om deze toename vanaf 2028 te dekken door het gemeentebrede budget voor areaaluitbreiding.

05.07 Kabels en leidingen

Vanaf 2025 is de nieuwe legesverordening in werking. De gemeente heft nu leges op graafmeldingen. Voor 2025 was dit nog niet mogelijk. De nieuwe legesverordening resulteert naar verwachting (e.e.a. afhankelijk van het aantal meldingen) in een geprognotiseerd structureel voordeel van 295.000. Daarnaast loopt de raamovereenkomst voor het dichtstraten van sleuven bij kabels en leidingen af. Er is besloten om deze werkzaamheden voortaan door de nutspartijen zelf te laten uitvoeren. Dit leidt niet alleen tot lagere kosten, maar ook tot lagere opbrengsten. Dit resulteert in een structureel nadeel van 36.000 wat ontstaat door een verschil tussen vastgestelde hersteltarieven (opbrengsten) en inschrijfprijzen op de raamovereenkomst (kosten).

05.08 Gestegen kosten kinderboerderij

Afgelopen jaren zijn de kosten van de kinderboerderij gestegen met 60.000 per jaar. Dit wordt veroorzaakt door de hogere kostprijs van alles dat ingekocht moet worden, zoals voer en dierenarts. We zien een gestage groei van bezoekers aan de kinderboerderij: 2021 58.000, 2022 63.000, 2023 66.000, 2024 70.000. Hierdoor is extra ureninzet noodzakelijk om het ook op de drukke dagen prettig en veilig te houden voor bezoekers. Dit speelt met name op de woensdagmiddag en zaterdag. Kosten 30.000 per jaar. De groei van het aantal bezoekers genereert extra inkomsten van 37.500 per jaar. Denk aan inkomsten uit voerautomaat, ponyrijden, verjaardagpartijtjes en evenementen.

05.09 Inhaalslag snoeien

Uit de BVC’s (Boom Veiligheid Controles) blijkt dat veel bomen gesnoeid moeten worden om onveilige situaties te verhelpen of te voorkomen dat deze in de nabije toekomst ontstaan. Hiervoor is incidenteel  €80.000 extra budget noodzakelijk om de bomen de zorg te geven die ze nodig hebben en te zorgen dat mensen veilig gebruik kunnen blijven maken van de openbare ruimte.

05.10 Gestegen kosten Samen aan de Slag

Samen aan de Slag groeit nog steeds; inmiddels beheren we zo’n 5.000 convenanten. Die groei gaat gepaard met extra werk, extra plantgoed, materialen, aarde etc. We zien ook dat de aannemerskosten stijgen. Om ook dit jaar de aanvragen van de bewoners te kunnen realiseren is daarom een eenmalig extra budget nodig van € 50.000.

05.11 Tunnelbeheer Stationspleintunnel

Het tunnelbeheer van de Stationspleintunnel vraagt (steeds meer) werkcapaciteit (manuren) met name in de organisatie van het tunnelbeheer. In de Tunnelwetgeving is opgenomen dat het wettelijke takenpakket beschreven staat in het betreffende Veiligheidsbeheersplan en Calamiteitenbestrijdingsplan. In de praktijk is het takenpakket voor goed tunnelbeheer echter omvangrijker dan alleen het wettelijk vereiste. Daarbij komt dat verantwoordelijkheden die voorheen bij de Veiligheidsregio lagen, nu overgaan naar het tunnelbeheer. Ook dit resulteert in een hogere benodigde capaciteit. Dit resulteert in een aanvraag voor 2025 van 50.000 en voor de komende jaren structureel 120.000 We hebben in uitgebreid onderzoek (aan de hand van o.a. een benchmark en leidraad tunnelbeheer) uitgevoerd om te bepalen wat nodig is om de organisatie een stap verder te brengen en aan alle taken behorend bij tunnelbeheer te voldoen. Dit is ook nodig om de vragen en advisering vanuit zowel Bevoegd Gezag als de Tunnelveiligheidsbeambte professioneel en met de benodigde aandacht en zorgvuldigheid te kunnen verrichten. Met deze vraag voor middelen voor aanvullende capaciteit kunnen we blijven werken aan de verdere professionalisering van de tunnelbeheerorganisatie en een veilig gebruik van de Stationspleintunnel blijven waarborgen.

05.12 Stijging loon uitzendkrachten via uitzendbureau

In de meest recent vastgelegde raamovereenkomst met uitzendbureau Randstad is vastgelegd dat het salaris van de uitzendkrachten in dienst van de gemeente Leiden de CAO van gemeenten volgt voor wat betreft de stijging van het loon. Voor een aantal uitvoerende afdelingen binnen het cluster Beheer betekent dit substantieel hogere kosten omdat de "normale" indexering altijd lager is dan gestegen CAO kosten. Dit verschil willen we voor zowel 2024 als 2025 aanvragen. Impact 2024 is 1,3% (3,9% indexatie - 5,2% indexatie) en impact 2025 is 4,4% (1,2% indexatie - 5,6% indexatie). Totaal voor de betreffende afdelingen (Inzameling en Reiniging, Groenbeheer en dagelijks onderhoud Havens) is dat in 2024 = 9.970 en in 2025 = 32.648. Deel van de stijging bij Inzameling en Reiniging gaat voor 33.5% gedekt worden door de stijging van de afvalstofheffing (€ 10.600).

05.13 Marktconforme prijs dienstverlening DZB onderhoud groen en speeltuinen

DZB verzorgt het onderhoud van het groen in drie wijken van de stad (Stevenshof, de Mors en Boerhaave), Ook verzorgt DZB het onderhoud van de 14 speeltuinen en de valondergronden van de openbare speelplekken in de stad. De gemeenteraad heeft bepaald dat dit tegen marktconforme tarieven gebeurd. In de afgelopen maanden hebben Beheer en DZB samen met een extern kostendeskundige beoordeeld wat een marktconforme prijs is voor de werkzaamheden die DZB voor Beheer uitvoert. Uit deze beoordeling is naar voren gekomen dat;

  • De marktconforme prijs voor het onderhoud voor de speeltuinen en de valondergronden  350.000 bedraagt. Het budget van Beheer voor de speeltuinen en de openbare speelplekken is toereikend om deze prijs te betalen.  Voorstel is om deze hogere prijs te dekken uit de stelpost indexering 2025

  • De Marktconforme prijs voor het groenonderhoud 590.000 bedraagt. Dat is 90.000 meer dan beschikbaar is in het budget Groen bij beheer beschikbaar is.   De kosten van DZB voor het groenonderhoud bedragen 685.000. Een verschil van 95.000. Dat verschil wordt veroorzaakt doordat er in de winter minder werk gedaan hoeft te worden  in het groen, maar DZB wel de medewerkers moet doorbetalen. Op dit onderdeel kan DZB niet marktconform werken. Externe aannemers zijn flexibeler wat dat betreft. Om het nadeel voor  DZB bij te sturen hebben Beheer en DZB afgesproken om samen te gaan kijken hoe de overcapaciteit van DZB kan worden ingezet bij de andere taakvelden van Beheer.

05.14 Beheer- en onderhoudskosten diverse projecten en nieuwe ontwikkelingen 2025

Door enkele nieuwe ontwikkelingen zijn de beheer- en onderhoudskosten van de openbare ruimte met € 183.494 toegenomen.        

  • Toename van 92.190 door overdracht Lammenschansdriehoek - Leidse Schans. Conform RV 19.0040 Actualisatie Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek 2019 is de dekking van deze beheer- en onderhoudskosten de additionele structurele inkomsten via Algemene Uitkering en Onroerende Zaakbelasting door areaaluitbreiding wegens woningbouw in de Lammenschansdriehoek.

  • Toename van 19.173 door woningbouw aan de Ter Haarkade. Dekking voor de areaaluitbreiding is vanuit de additionele structurele inkomsten via Algemene Uitkering en Onroerende Zaakbelasting t.g.v. areaaluitbreiding woningbouw.

  • Toename van 22.190 door voetpad Zijlsingel, Singelparkverbinding Zijlpoort in het kader van Singelpark conform Kaderbesluit Singelpark.

  • Toename van 6.214 door overdracht van Wijkvervanging Houtkwartier. ln de kaderbrief 2020-2024 is reeds rekening gehouden met een structurele stijging van €12.991 de beheerkosten als gevolg van vergroenen en klimaatadaptieve maatregelen bij de wijkvervangingen die voortvloeien uit het IWKP. Dekking vanuit stelpost klimaatadaptieve maatregelen.

  • Toename van 43.727 door verschillende projecten waaronder vergroeningsprojecten, bijplaatsen fietsvoorzieningen en parkborden, JOP Stevenspark, Fietspad Ypenburgbocht, Bachstraat Tasmanstraat e.o., Speelplek Trekvaartplein, Knuppelpad Matilo, Leonardo college en Beheerplan Cronesteyn. De dekking voor deze projecten is vanuit de stelpost areaaluitbreiding.

05.15 Bijdrage Omgevingsdiens West-Holland

De werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen (FKGRHM) heeft voor de begroting van 2026 een taakstelling van 6% geadviseerd ten opzichte van 2025. De Omgevingsdienst ziet daartoe geen concrete mogelijkheden op korte termijn. Immers, recent heeft de dienst in het kader van de robuustheid ook al een verhoging van opleidingsbudget naar 3% en een innovatiebudget van 1% door herschikking binnen de begroting moeten verwezenlijken, en de marges waren al klein. Dit betekent echter niet dat de dienst de taakstelling niet wil invullen, maar wel dat de dienst voorstelt om dit op een geheel andere wijze te realiseren. De dienst wil de totale begroting voor 2026 en volgende jaren met 6% verlagen via drie sporen:

  1. Het inmiddels structureel optredende positieve exploitatieresultaat (in 2024 en 2025) van om en nabij 3% in een jaar inbrengen in de begroting van twee jaar later.

  2. Uitgaan van 3% planningsoptimisme in de werkplannen; omdat de begroting van een jaar gebaseerd is op de werkplannen van het jaar daarvóór, kan de begroting beperkt worden tot 97%.

  3. Het combineren van deze twee werkwijzen levert een begrotingsbeperking op van 6% in de eerste twee jaar. Vanaf 2028 is dit zeer waarschijnlijk nog maar 3%: toepassing van spoor 2 maakt dat de voeding van spoor 1 wegvalt. Maar de dienst heeft dan twee jaar langer de tijd om voor 3% aan structurele bezuinigingen/lastenbeperkingen te realiseren, en ziet daar mogelijkheden voor. Uitgaande van dit voorstel geeft de dienst in 2026 en 2027 een korting van 6% op de bijdrage aan de ODWH, gecorrigeerd voor indexatie levert dat een verlaging van de bijdrage van gemeente Leiden op.

Nieuwe uitgaven

05.16 Ontdemping Kort Rapenburg

Met de herinrichting van het Kort Rapenburg ontstaat er nu een kans om de overkluizing uit 1910 van het Kort Rapenburg weg te halen. In 1983 is de laatste grote herinrichting op het Kort Rapenburg uitgevoerd.  Uit de raadpleging op Doe Mee en participatiebijeenkomst blijkt groot draagvlak voor dit idee. De voorkeur gaat uit naar een gracht met opgehoogde bruggen zodat de gracht ook doorvaarbaar wordt. Technisch gezien is het mogelijk om de gracht in oude luister te herstellen. Er wordt momenteel nog gestudeerd of het mogelijk is de Noordeindsebrug te verhogen met respect voor het monument van de Gijselaarsbank. Op het moment van de behandeling in de gemeenteraad van deze kaderbrief is hier duidelijkheid over. De gracht is niet alleen historisch, economisch en vanuit toeristisch oogpunt een toevoeging aan de stad, maar is ook voor de klimaatadaptatie en voor het waterbeheer een verbetering omdat het oppervlaktewater wordt vergroot. Er is weliswaar water onder de overkluizing maar deze is gehalveerd ivm een aangelegde rioolbuis. Na aftrek van bestaande dekking voor de herinrichting van de groene variant, het aanpassen van het rioolsysteem vanuit het rioleringsbudget, het budget voor klimaatadaptieve maatregelen en besparing van gepland onderhoud voor het huidige overkluizing resteert een budget van 12,5 miljoen, dit zijn de meerkosten voor een open gracht.

05.17 Grondstoffennota 2025-2029

Uw  Raad heeft in november 2024 de Grondstoffennota vastgesteld. Hierin zijn het beleid en de maatregelen opgenomen voor minder huishoudelijk (rest) afval, meer hergebruik en verwerking van meer waardevolle grondstoffen om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. In het Uitvoeringsprogramma Grondstoffennota zijn de maatregelen uitgewerkt voor de komende 5 jaar. De kosten van dit uitvoeringsplan is als volgt: in 2025 =  520.000,  in 2026 = 963.000, in 2027= 1.067.000, in 2028 = 1.173.000 en in 2029 = 1.303.000. Preventie vormt een belangrijk onderdeel van het grondstoffenbeleid. Hiervoor wordt een nieuw afvalpreventieplan opgesteld en een zero waste week georganiseerd. Er wordt een recyclewagen en recycletas voor herbruikbare spullen geïntroduceerd. Afvalscheiding wordt gestimuleerd. Gefaseerd zal de gescheiden inzameling van groente- fruit- tuinafval en etensresten worden ingevoerd in de hoogbouwwijken en de binnenstad. Maatregelen voor inzamelmiddelen om ongescheiden restafval te beperken worden onderzocht. Het gemeentelijk beleid is dat de kosten voor het beheer en de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen voor 100% mogen worden doorbelast in de afvalstoffenheffing. Nieuwe aanvullende maatregelen voor afvalpreventie, bevorderen hergebruik en een betere afvalscheiding vragen om aanvullende middelen voor de maatregelen bovenop de reeds gedekte reguliere kosten voor afvalbeheer. De kosten van de maatregelen worden deels doorberekend in de afvalstoffenheffing, maar ook deels gedekt door besparingen die worden gerealiseerd door minder verwerking van restafval. Verder hebben we ook een tegemoetkoming  vanuit het rijk met betrekking tot SUP (Single use Plastic) ter waarde van ongeveer 375.000 per jaar en 95.000 per jaar voor een prullenbakken vergoeding. De impact van dit uitvoeringsplan voor de afvalstofheffing is als volgt: in 2025 = 50.000, in 2026 = 378.000, in 2027 = 438.000, in 2028 = 502.000, in 2029 = 586.000.

05.18 Groen investering in kennis en expertise

Om het groen in de stad veilig te houden maar ook zijn waarde te laten behouden voor ecologie is het belangrijk dat de juiste expertise bij de gemeentelijke onderhoudsmedewerkers aanwezig is. Daarnaast is het ook belangrijk dat het vastgestelde beeld in de beheerplannen wordt gehaald. Dit alles maakt dat het continu een puzzel is voor de medewerkers buiten om te bepalen wat het beste is om te doen in een stad die steeds drukker wordt en complexer is om te beheren. Om dit goed te kunnen uitvoeren zijn medewerkers nodig met de juiste kennis. Om veilig en verantwoord aan de bomen in de stad te werken zijn ETW-ers (ETW gecertificeerde boomkenners die weten hoe ze met bomen moeten omgaan) nodig. Door deze kennis in huis te hebben kan ook bij calamiteiten (helaas vaak buiten reguliere werktijden) een betere afweging gemaakt worden wat er met een boom moet gebeuren (behouden of verwijderen). Omdat goed groenpersoneel steeds schaarser wordt en ook moeilijker in te huren is (tegen hoge tarieven) willen we goed opgeleide groen medewerkers vast in dienst hebben en bij vacatures nieuwe medewerkers kunnen aantrekken. Resumerend vraagt het huidige groen in een drukke en complexe stad om groenmedewerkers met de juiste opleiding en certificaten. Niet alle groenmedewerkers behoeven over de juiste opleiding en certificaten te beschikken, maar voor een deel van de groenmedewerkers is dit een vereiste. Met de huidige inschaling/salaris kunnen we geen groenmedewerkers met de juiste opleiding en certificaten aantrekken. Het huidige salaris is voor deze groep niet marktconform. De kosten van een hogere inschaling van een deel van de groenmedewerkers bedragen € 69.198. Deze kosten kunnen niet gedekt worden uit de bestaande bedrijfsvoeringsbudgetten.

05.19 Capaciteit dierenwelzijn op orde

Aanvraag om volgende maatregelen m.b.t. Dierenwelzijn:

  1. Inzet extra personele capaciteit 0,6 FTE (schaal 10): 75.000 (structurele kosten). Op dit moment is de beschikbare capaciteit voor het uitvoeren van dierenbeleid beperkt; het gaat in totaal om 0,4 FTE (schaal 9). Deze capaciteit wordt alleen maar reactief ingezet om technische en schriftelijke vragen vanuit de politiek te beantwoorden en om een aantal ‘kleine’ taken uit te voeren. Aan ontwikkeling en uitvoering van beleid komt de organisatie niet voldoende toe. Om daadwerkelijk uitvoering te kunnen geven aan de Nota Dieren is extra ambtelijke capaciteit nodig, omdat de nota Dieren de basis op orde brengt en invulling geeft aan onze wettelijke taken op het gebied van dierenbeleid  In een stad die steeds drukker wordt de (schaarse) openbare ruimte steeds meer gedeeld door mensen en dieren en dat vraagt om extra beleidscapaciteit om de belangen van mens én dier in balans met elkaar te houden

  2. 1e afvangactie verwilderde dieren in nood/gevaar: 10.000 (incidentele kosten). Afvangen wilde dieren Kippen, hanen, tamme ganzen, muskuseenden, schildpadden: ze worden door inwoners gedumpt in onze natuur. Dit leidt tot overlast, gevaarlijke verkeerssituaties, risico’s voor de biodiversiteit. Aantallen nemen jaarlijks toe als er niet wordt ingegrepen, inwoners blijven bijplaatsen. We kijken naar: diervriendelijke en duurzame methoden voor verminderen van verwilderde dieren (afvangen, onderbrengen bij opvangcentra, nestbeheer, communicatie met inwoners).

  3. Uitwerken Plan van Aanpak Hondenlosloopgebieden: 30.000 (incidentele kosten). Veiligheid losloopgebieden De (schaarse) openbare ruimte wordt gedeeld door mensen en dieren. Om incidenten zoveel mogelijk te voorkomen (fietsers die vallen door springende honden, bijtincidenten, verstoringen andere dieren, aanslag biodiversiteit) nemen we maatregelen die veiliger recreëren mogelijk maken.

  4. Ad hoc acties (o.a. borden voor paddentrek); 25.000 (incidentele kosten voor 3 jaar). Ad hoc acties (meerjarig incidenteel voor 3 jaar) Bij de aangenomen begroting 2024 is een motie om een pilot te doen met faunauittreedplaatsen uit het water. Deze pilot wordt georganiseerd via Samen aan de Slag, maar om faunauittreedtplaatsen  beter te borgen zijn middelen nodig , zodat ze regulier onderhoud van Beheer of in projecten meegenomen kunnen worden.  Een eerdere motie uit de raad om faunauittreedplaatsen te realiseren is nooit uitgevoerd en met dit budget kan dat wel worden uitgevoerd.

05.20 Leefbaarheid Stevenshof

In 2024 is met een eenmalig budget uit het collegeprogramma een impuls gegeven aan de leefbaarheid van de wijk Transvaal. De resultaten hiervan zijn gedeeld met college en raad. Na evaluatie van de ervaringen met deze aanpak is het voorstel om ook in een volgende wijk een impuls te geven aan de leefbaarheid. Na analyse van de beschikbare cijfers is de keuze op (een af te bakenen deel van) de Stevenshof gevallen. Zodra een projectleider is geworven zal deze met bewoners en organisaties in de wijk bespreken met welke interventies de leefbaarheid kan worden versterkt en wie daarin welke bijdrage kan leveren. Voorstel is om hiervoor eenmalig een bedrag van 200.000 beschikbaar te stellen, te dekken uit de reserve “Leefbaarheidsprojecten in de wijken”.