Kaderbrief 2023-2027

Financiële ontwikkelingen

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2023

2024

2025

2026

2027

Budgettair neutraal

10.01

Eerste hulp bij geldzorgen

L

I

-434

360

360

360

 
   

B

I

434

-360

-360

-360

 
 

10.02

Armoedebeleid

L

I

 

420

   
   

B

I

 

-420

   

Mee/Tegenvaller

10.03

Kostenstijging DZB

L

S

2.238

1.612

988

990

993

   

B

S

-568

-312

-219

-226

-232

Tot.

    

1.670

1.301

769

764

761

Budgettair neutraal

10.01 Eerste hulp bij geldzorgen

De extra inzet vanuit het programma Social Impact voor vroegsignalering Eerste Hulp Bij Geldzorgen stopt eind 2023. De extra inzet willen we graag continueren voor de komende drie jaar (2024-2025-2026). Dekking is deels mogelijk uit de reeds geraamde social impact middelen en deels uit de reserve sociaal domein. In 2023 is in totaal 794.280 extra geraamd vanuit de Social Impact-middelen. Daarvan wordt 360.000 overgeheveld naar 2024 en 74.280 naar 2025. In 2025 is dan een onttrekking aan de reserve sociaal domein nodig van 285.720 en in 2026 van 360.000. Mocht blijken dat in de meicirculaire van 2023 (structurele) financiële middelen beschikbaar komen voor schuldhulpverlening, dan zou de dekking en de duur van de extra inzet aangepast kunnen worden. Uitbreiding van de vroegsignalering is van belang om nog meer inwoners vroegtijdig te kunnen bereiken zodat problematische schulden voorkomen worden. Zo wordt dit ook in de 'aanpak geldzorgen, armoede en schulden' vanuit het kabinet in juli 2022 benoemd. Daarnaast kan met de financiering de extra aandacht voor jongeren die nu vanuit de middelen social impact mogelijk is, gecontinueerd worden. tot en met 2026.

10.02 Intensivering armoedebeleid 2024
Op dit moment wordt het nieuwe armoedebeleid geschreven dat vanaf 2024 zal gelden voor een periode van drie jaar. Er zijn veel landelijke ontwikkelingen gaande die inwoners met een laag inkomen hard raken. Afgelopen jaren speelden bijvoorbeeld de coronacrisis, energiecrisis en inflatiecrisis. We willen een armoede-beleid opzetten waarin de inwoners met een laag inkomen voldoende ondersteuning krijgen om maandelijks rond te komen, hulp krijgen om uit de armoede te raken en te kunnen participeren in de maatschappij. Het huidige beleid, dat deels incidenteel gedekt is zoals het volwassenenfonds, wordt grotendeels voortgezet in 2024 en dat vraagt om een extra budget van 355.000 dat volledig gedekt wordt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein. De extra budgetten voor het voortzetten van de intensiveringen in 2025 en 2026 zullen worden betrokken bij het beleidsplan dat in het najaar zal worden aangeboden aan de raad.

Daarnaast is uit een onderzoek naar de landelijke en Leidse armoederegelingen gebleken dat er een aanzienlijke armoedeval is voor inwoners met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum. Zij komen namelijk net niet in aanmerking voor allerlei armoederegelingen. Door de inkomensgrens van Stichting Leergeld te verhogen naar 130%, voorkomen we dat deze groep in de schulden raakt en krijgen meer kinderen de ondersteuning die nodig is op het gebied van school, vervoer en welzijn. De kosten voor het verhogen van de inkomensgrens naar 130% voor Stichting Leergeld, worden geraamd op 65.000 in 2024 en worden volledig gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein.

Mee / tegenvaller

10.03 Kostenstijging DZB

DZB Leiden wordt geconfronteerd met flinke stijgingen in energie- en loonkosten. Gezien de omvang van deze lasten zijn deze stijgingen niet binnen de begroting van DZB op te vangen. In de aanmelding voor de loonkostenstijgingen is rekening gehouden met reeds begrote indexeringen, verwachte compensatie door het Rijk (wordt bekend in de mei-circulaire) en een gedeeltelijke doorberekening aan de regio-gemeenten. De kostenverhoging van de lonen die onder de SW-cao en de cao aan de slag vallen, zijn voor een groot deel hard (stijging WML) en voor een kleiner deel nog onderwerp van lopende cao-onderhandelingen. De extra structurele loonkosten bedragen afgerond 1,0 miljoen vanaf 2023.
Daarnaast zijn de energielasten van de gehele gemeente, en dus ook DZB, met een factor zes duurder geworden. Dit betreft de tarieven die voor 2023 zijn vastgezet, dus de 1,25 miljoen extra kosten geldt uitsluitend voor 2023 en de 625.000 alleen voor 2024. In de jaren daarna zullen wellicht lagere tarieven gelden, maar het kostenniveau van voor de stijging zal waarschijnlijk niet meer terugkeren.
De extra baten van het Rijk en regio bedragen afgerond 0,6 miljoen in 2023, dalend naar structureel afgerond 0,2 miljoen vanaf 2026.