Kaderbrief 2023-2027

Financiële ontwikkelingen

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2023

2024

2025

2026

2027

Budgettair neutraal

05.01

Beheer- en onderhoudskosten diverse nieuwe ontwikkelingen

L

S

-101

-101

-101

-101

-101

     

101

101

101

101

101

 

05.02

Aanleg nieuwe volkstuinen Oostvlietpolder

L

I

791

    
    

S

  

20

20

20

   

B

I

-791

    
    

S

  

-20

-20

-20

 

05.03

Krediet herstel natuurwaarden Oostvlietpolder

L

I

750

    
    

S

  

30

30

30

   

B

I

-750

    
    

S

  

-30

-30

-30

 

05.04

Subsidie strategisch Plan Verkeersveiligheid 2020 voor Wijkvervangingsproject Professorenwijk-Oost

L

S

 

-8

-8

-8

-8

      

8

8

8

8

Mee/Tegenvaller

05.05

Stijging loon uitzendkrachten groenbeheer

L

S

16

16

16

16

16

 

05.06

Stijging loon uitzendkrachten havenmeesters

L

S

10

10

10

10

10

 

05.07

Bijdrage Omgevingsdienst West-Holland

L

S

93

116

116

116

116

 

05.08

Internetabonnement t.b.v. machinerichtlijn

L

S

33

33

33

33

33

 

05.09

Gestegen kosten voor het maaien van bermen

L

S

262

262

262

262

262

 

05.10

Aanvullend krediet Poelgeestbrug

L

S

   

-25

-25

        

35

35

 

05.11

Integraal Waterketenplan

L

S

 

661

898

1.149

1.894

Bijsturing

05.11

Integraal Waterketenplan

B

S

 

-661

-898

-1.149

-1.894

Tot.

    

413

437

437

447

447

Bedragen x 1.000,-

Budgettair neutraal

05.01 Beheer- en onderhoudskosten diverse nieuwe ontwikkelingen

Door enkele nieuwe ontwikkelingen zijn de beheer- en onderhoudskosten met € 100.578 toegenomen. Het gaat om de volgende ontwikkelingen:

  1. Binnen de Lammenschansdriehoek zijn de ontwikkelingen Bètaplein fase 1, Bètaplein fase 2 en Deltabrug Kanaalpark - Leidse Schans afgesloten en overgedragen aan beheer. Bij de Actualisatie Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek (RV 19.0040) is besloten dat na afsluiting van elke fase “structureel beheer en onderhoud” begroot zal worden door Stedelijk Beheer en bij de eerstvolgende kaderbrief worden gedekt uit de areaaluitbreiding als gevolg van de woningbouw in de Lammenschansdriehoek.
  2. De Prins Clausweg is overgedragen als onderdeel van Uitvoeringsbesluit voor de herontwikkeling van de Van Voorthuijsenlocatie (RV08.0032). Hierdoor is er extra areaal groen, wegen en straatmeubilair in beheer gekomen.
  3. Als onderdeel van het Uitvoeringsbesluit 1e fase aanleg groen en recreatieve voorzieningen Oostvlietpolder (RV 09.0162) zijn nieuwe bruggen aangelegd en overgedragen naar beheer.

Deze beheerkosten worden gedekt vanuit de stelpost voor areaaluitbreiding in de raming voor de Algemene uitkering.

05.02 Aanleg nieuwe volkstuinen Oostvlietpolder

Met de vaststelling van de Visie stadstuinieren is een definitief besluit genomen over de plaats voor de nieuwe volkstuinen, ter compensatie van de opgeheven volkstuinen voor stadsuitbreiding, uitbreiding begraafplaats Rhijnhof en het geplande bedrijventerrein in de Oostvlietpolder. De nieuwe volkstuinen komen op een tweetal stroken, grenzend aan de bestaande volkstuincomplexen in de Oostvlietpolder. In het Meerjaren Investeringsplan van de Programmabegroting 2023-2026 is opgenomen dat in 2025 begonnen zou worden met de uitvoering voor de uitbreiding volkstuinencomplex Oostvlietpolder. Aanvullend hierop wordt de raad gevraagd om een nieuw krediet van €791.000 beschikbaar te stellen voor aanleg nieuwe volkstuinen in de Oostvlietpolder en dit te dekken door een onttrekking van €791.000 aan de reserve Leefbaarh.projecten in de wijken P8.

05.03 Krediet herstel natuurwaarden Oostvlietpolder

In het Coalitieprogramma 2022-2026 is aangegeven de Oostvlietpolder als natuurgebied te willen bestempelen. Er wordt op dit moment een plan gemaakt om te komen tot verbetering van de natuurwaarden in het meest westelijk deel van de Oostvlietpolder. In twee fasen zijn allerlei maatregelen uitgevoerd tot herstel van de natuurwaarden, zoals een ecologische verbinding, een grote kreek, kreegruggen (herstel van het slagenlandschap) met meer mogelijkheden. Ondanks de uitvoering van fase 1 en 2 gaat het niet goed met de stand van de weidevogels in dat deel van de Oostvlietpolders. Met het nemen van gerichte maatregelen als verhogen van de waterstand (waarvoor sterke pompen nodig zijn) en het plaatsen van stuwen, aanpassingen in de beplanting zijn verbeteringen mogelijk. Aan de raad wordt voorgesteld om een nieuw krediet van €750.000 voor herstel natuurwaarden in de Oostvlietpolder beschikbaar te stellen en dit te dekken door een onttrekking aan de reserve ontsluiting groengebieden.

05.04 Subsidie strategisch Plan Verkeersveiligheid 2020 voor Wijkvervangingsproject Professorenwijk-Oost

Voor het Wijkvervangingsproject Professorenwijk-Oost is in 2020 een subsidie Strategisch Plan Verkeerveiligheid aangevraagd voor 2021. De subsidie van 300.000,- is beschikt in 2020 met als voorwaarde dat de werkzaamheden zijn voltooid per september 2021. Door de omstandigheden (corona) was deze termijn niet haalbaar en om die reden niet verwerkt in de begroting. Het rijk heeft besloten dat de bestedingstermijn van de regeling wordt verlengd tot eind 2022.

De uitvoeringswerkzaamheden zijn gestart half 2022, wat later was dan aanvankelijk gepland. De aanbesteding heeft meer tijd in beslag genomen als gevolg van noodzakelijk te doorlopen procedure. Het Rijk heeft op het verzoek tot verlenging van de regeling negatief gereageerd. Voorgesteld wordt de dekking van krediet WK FPDS VMOR Profeswijk - oost fase 1 aan te passen door de subsidie welke is begroot op 300.000 te verlagen naar 59.100 . De kap.lasten ter dekking van € 240.900 ad € 8.431 te dekken vanuit de reserve duurzame stad, waaruit oorspronkelijk het krediet was gedekt.

Mee / tegenvaller

05.05 - 05.06 Stijging loon uitzendkrachten groenbeheer en havenmeesters

In de meest recent vastgelegde raamovereenkomst met uitzendbureau Tempo Team is vastgelegd dat het salaris van de uitzendkrachten in dienst van de gemeente Leiden de CAO van gemeenten volgt voor wat betreft de stijging van het loon. Voor een aantal afdelingen binnen het cluster Beheer betekent dit substantieel hogere kosten voor (seizoensgebonden) inhuur. Daarnaast hebben uitzendkrachten per 1 januari 2023 ook recht op de eindejaarsuitkering van 6,75%. Gemiddeld is sprake, na indexeringen van de budgetten voor 2022 als onderdeel van de programmabegroting, van een prijsstijging van 14,9%. Impact per jaar is 26.000.

05.07 Bijdrage Omgevingsdienst West-Holland

De bijdrage van de gemeente Leiden aan de Omgevingsdienst West-Holland moet worden verhoogd. Dit komt doordat de rijksbijdrage voor apparaatskosten bodemsanering een stuk lager is geworden. Dit was tot en met 2020 563.208, in 2021 is dit verlaagd naar 394.239 en voor de periode 2022-2030 is dit eind 2022 vastgesteld op 324.042. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd. Om het tekort op te vangen is aanvullend budget nodig: € 92.526 in 2023 en 116.238 voor de jaren 2024-2027.

05.08 Internetabonnement t.b.v. machinerichtlijn

De afgelopen jaren hebben we de bruggen aangepast naar de meest recente machinerichtlijn. Hierbij is voor de veilige bediening van de op afstand bestuurbare bruggen betrouwbaar internet nodig. Hier is bij het beheerplan 2022-2026 geen rekening gehouden. Impact per jaar is 32.700.

05.09 Gestegen kosten voor het maaien van bermen

De kosten voor het groenonderhoud zijn aanzienlijk gestegen als gevolg van indexaties (prijsstijgingen en loonkosten). Dit blijkt ook uit een recente aanbesteding. Daarnaast moest een deel van een perceel opnieuw op de markt worden gebracht. De kosten voor dit perceel zijn echter met meer dan een ton gestegen ten opzichte van de aanbesteding in 2018. Ook moet het maaien van de ecologische bermen opnieuw worden aanbesteed. De huidige aannemer was niet bereid het contract tegen de huidige contractuele condities te verlengen. Enerzijds door inflatie en loonkosten maar ook door de in Leiden vereiste maaimethodiek die van vak tot vak kan verschillen. Met de nieuwe aanbesteding wordt verwacht dat er een extra bedrag van €100.000 nodig is om de bermen te maaien in vergelijking met het vorige contract

05.10 Aanvullend krediet Poelgeestbrug

De werkzaamheden aan de Poelgeest brug zijn vertraagd als gevolg van een langere doorlooptijd voor de omgevingsvergunning. Daarnaast zijn enkele noodzakelijke proces en ontwerpwijzigingen benodigd geweest in de uitvoering welke tot extra kosten hebben geleid. In totaal is er een aanvullend krediet benodigd van € 1.315.000 met een afschrijvingstermijn van 60 jaar.

Voorgesteld wordt om een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van 1.315.000. Het deel dat hiervan is toe te rekenen aan extreme prijsstijgingen (€ 929.000 met een kapitaallast van afgerond € 25.000, afschrijvingstermijn 60jr) stellen we voor te dekken door verlaging van de investering Prijsstijgingen met € 708.000 (kapitaallast van afgerond € 25.000 afschrijvingstermijn 40 jr) welke is opgenomen in het meerjaren investeringsprogramma (MIP). Deze kapitaallasten van het krediet voor extreme prijsstijgingen van 25.000 vallen vrij in programma Algemene dekkingsmiddelen, overhead, Vpb en onvoorzien. Tot slot 386.000 (afschrijvingstermijn 60 jr) met een kapitaallast van 10.293 te dekken uit de algemene middelen.

05.11 Integraal Waterketenplan

Het Integraal Waterketenplan 2024-2028 wordt geactualiseerd. De aanlegkosten van riolering worden hoger (van 1.440/m naar €1.885/m), enerzijds door gestegen prijzen voor drainage, materiaal- en plankosten en anderzijds door kosten voor het verwijderen van asbest in (oude) voegenkit en het opnemen van kosten voor het afkoppelen van woningen. Verder zijn de kosten voor klimaatadaptieve maatregelen in de duurzame wijkvernieuwing en bereikbaarheid opgenomen in het IWKP en is de overname van twee gemalen van het LUMC en de Universiteit Leiden in afwachting van een positief besluit van uw raad alvast opgenomen. De gegevens zijn gebaseerd op recente informatie over de kwaliteit van het rioolstelsel, waardoor een actueel beeld van de vervangings- en onderhoudsvraag is ontstaan. Het investeringsvolume en daarmee de kapitaallasten nemen de komende jaren toe. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat veel riolering indertijd is aangelegd met eenmalige middelen van het Rijk. Er vallen daardoor nauwelijks kapitaallasten vrij. De kapitaallasten nemen hierdoor toe met 0,36 mln in 2024 tot 2,1 mln in 2027. In totaal nemen de kosten toe met 0,7 mln in 2024 tot 1,9 mln in 2028. Als gevolg hiervan stijgen de totale heffingsopbrengsten uit riolering ook met deze bedragen. Alle kosten zijn gebaseerd op prijspeil 1 januari 2024.