Kaderbrief 2023-2027

Financiële ontwikkelingen

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2023

2024

2025

2026

2027

Mee/Tegenvaller

07.01

Herwaardering IHP Onderwijshuisvesting

L

I

 

315

440

610

575

    

S

 

-219

-1.103

-287

85

 

07.02

Hoger uitvallen contract voor beheer en onderhoud speeltuinen.

L

S

60

60

60

60

60

 

07.03

Regionale Jeugdhulp begroting SOZ 2024 - 2027

L

S

 

-1.500

-1.500

  
      

3.298

4.013

4.028

3.247

   

B

I

 

-1.114

-1.829

-3.344

 

Tot.

    

60

840

82

1.067

3.967

Mee- / tegenvallers

07.01 Herwaardering IHP

In de vergadering van de commissie Onderwijs en Samenleving van 20 oktober 2022 is gesproken over de financiering van fase 3 van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2020-2032. De wethouder heeft toegezegd de financiële consequenties te ‘herwaarderen’ als gevolg van onder andere de extreme bouwkostenstijging voor het IHP 2020-2032 en deze in beeld te brengen bij de kaderbrief 2023-2027. Deze Herwaardering, die samen met de betreffende schoolbesturen is uitgevoerd, laat voor de projecten uit de eerste twee fasen van het oorspronkelijke IHP 2020-2032 een toename zien van per saldo 21,1 miljoen investeringslast. Daarbij is er rekening mee gehouden dat twee projecten van het oorspronkelijke IHP niet worden uitgevoerd, namelijk de bouw van een basisschool in Noord en in de Mors. Dat betekent een lagere investeringslast. Deze 10 miljoen uit het Meerjaren Investerings Plan (MIP) is als dekking voor de hogere investeringslast van de fasen 1 en 2 ingebracht. Dat geldt ook voor de stelpost fase 3 van 11,7 miljoen (2024). Per saldo resteert hierna in 2027 een extra benodigde kapitaallast van 85.000 en voor de periode 2024-2027 een incidenteel budget van in totaal 1,9 miljoen voor plankosten initiatieffase, sloopkosten,huurkosten tijdelijke huisvesting en inhaalafschrijvingen.

De voorbereidingen op de uitvoering/realisatie van de fase 1 en 2 projecten zijn vergevorderd. De meeste projecten uit de eerste twee fases uit het IHP staan op de drempel van de initiatieffase naar de definitiefase.

Voorafgaand aan het beschikbaar komen van de uitvoeringskredieten in 2022 zijn drie projecten uitgezet bij het gemeentelijke projectbureau: nieuwbouw Vlietlandcollege, nieuwbouw Weerklank en vernieuwbouw Lucas van Leyden (Vliet). Voor een vierde project, de vernieuwbouw van de (3) Stevenshofscholen was aanvullend onderzoek nodig, dat inmiddels is afgerond. Dit wijst uit dat vervangende nieuwbouw van het scholencomplex en de gymzaal een vergelijkbare investering vraagt als vernieuwbouw. De twee schoolbesturen PROO Leiden-Leiderdorp en SCOL wachten hier niet op en hebben een projectmanagementbureau in de arm genomen om een programma van eisen op te stellen voor een nieuw scholencomplex met gymzaal ter vervanging van het oude.

Ook is de renovatie van de schoolgebouwen Hoogbouw Vijf Meilaan 137 ten behoeve van een permanente ISK en cruciale wissellocatie Noachstraat 2 in voorbereiding. Omdat er voor deze twee projecten geen plankosten beschikbaar waren, heeft het college uit de exploitatie/begroting van Onderwijshuisvesting de noodzakelijke onderzoeken ten behoeve van de initiatieffase laten uitvoeren naar de staat van het schoolgebouw, de ingrepen die gedaan moeten worden en de investering die daarmee gemoeid is.

Er is nader onderzoek gedaan naar leegstand/krimp of juist behoefte/groei aan uitbreiding voor het basisonderwijs in Noord en de Mors. De belangrijkste conclusie was dat het nieuwbouwen van een school voor 250 leerlingen in deze wijken het capaciteitsvraagstuk niet zou oplossen. Om deze reden zijn de beschikbare investeringsbedragen niet aangevraagd. In de stand van zakenbrief uit december 2022 (Z/22/3469234) zijn de afwegingen hiervoor geschetst.

Fase 3 blijkt, gerekend naar de huidige bouwkosten, bij de herwaardering een 18,8 miljoen hogere investeringslast met zich mee te brengen dan in het aanvankelijke IHP2020-2032. Gezien de financiële risico’s die verdere vertraging van de lopende projecten met zich meebrengen, oordeelt het college dat de bestuurlijke focus voor nu moet liggen op het daadwerkelijk realiseren van de projecten uit fase 1 en 2. Bij het uitwerken van het nieuwe, beleidsrijke IHP zal een nieuwe budgettaire afweging plaatsvinden waarin de (extra) investeringen voor de fase 3-projecten worden meegenomen. In het nieuwe IHP dat eind 2024 ter besluitvorming aan de gemeenteraad wordt voorgelegd, wordt dan ook duidelijk gemaakt in hoeverre projecten binnen fase 1 en 2 nog zijn gaan schuiven.


07.02 Hoger uitvallen contract beheer en onderhoud speeltuinen

De uitvoerder van het beheer en onderhoud van de speeltuinen heeft te maken met prijsstijgingen. De nieuwe prijzen binnen het contract zorgen voor een stijging van de kosten van € 60.000 structureel.

07.03 Regionale Jeugdhulp begroting SOZ 2024-2027

De begroting voor de regionale jeugdhulp valt voor 2024 hoger uit dan verwacht. Dit heeft o.a. te maken met hoge indexatiecijfers vanwege de inflatie, maar ook de wijziging van het Woonplaatsbeginsel Jeugd pakt voor Leiden relatief nadelig uit. Daarbij bleek het in de praktijk moeilijker dan verwacht om bepaalde besparingen te realiseren. Denk hierbij aan het afbouwen van de uitgaven aan lichtere ambulante zorg. Het effectief sturen hierop vraagt een langere aanloopperiode. Vandaar dat ervoor wordt gekozen om deze besparing door te schuiven naar 2025. Ook de jeugdbeschermingsketen staat onder druk. Recentelijk is op rijksniveau besloten tot het vrijmaken van middelen voor caseloadverlaging voor de jeugdbeschermers om de werkdruk te verlichten en de kwaliteit van de dienstverlening op peil te houden. Daarop voorsorterend heeft het PHO Jeugd Holland Rijnland vorig jaar al besloten tot een dergelijke maatregel waarvan de financiële consequenties zijn verwerkt in de begroting 2024. De kostenstijging als gevolg van inflatie van structureel 684.000 wordt gedekt uit de algemene middelen. De overige kosten worden tot en met 2026 per saldo gedekt door een onttrekking aan de reserve sociaal domein. De kostenstijging van per saldo 2.563.000 vanaf 2027 wordt betrokken bij de taakstelling sociaal domein.

Het Rijk heeft de eerder ingeboekte bezuinigingen op jeugdhulp voor 2023 en 2024 doorgeschoven naar 2025 en 2026. Dit levert een voordeel op van 1,5 miljoen in zowel 2023 als 2024. In mei hebben het rijk, de VNG en betrokken partijen in de jeugdzorg en ggz een principeakkoord gesloten over de Hervormingsagenda Jeugd. Daarin wordt gesproken over een structureel aanvullende besparing van macro 511 miljoen vanaf 2027 die ten goede komt aan de gemeenten. Voor Leiden betekent dit naar verwachting een voordeel van structureel circa € 3,0 miljoen. Dit voordeel is financieel nog niet verwerkt in ons meerjarenbeeld, aangezien het Rijk op dit moment bezig is met de concretisering van de besparingen. Het Rijk is in overleg met de provinciale toezichthouders of de gemeenten deze nog te concretiseren besparing al mogen inboeken in het meerjarenbeeld. Het behalen van de taakstellingen vanuit de Hervormingsagenda is afhankelijk van hoe de voorstellen uit de Hervormingsagenda worden uitgewerkt en de mate waarin gemeenten daarmee voldoende inhoudelijke handvatten krijgen om de beoogde transformatie door te voeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de afbakening van de jeugdhulpplicht.