Kaderbrief 2024-2028

Financiële ontwikkelingen

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2024

2025

2026

2027

2028

Autonoom

AD.01

Netto ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds

B

S

-2.239

-910

-218

-3.459

-8.201

 

AD.02

Algemene uitkering Gemeentefonds Voorjaarsnota 2024

B

S

733

5.389

-5.371

-5.253

-5.282

Mee/Tegenvaller

AD.03

Raming opbrengsten Onroerendzaakbelastingen en precariobelasting

B

S

-1.083

-1.329

-1.423

-1.544

-2.054

 

AD.04

Dividenduitkering Alliander en BNG over 2023 en interim-dividend Alliander over 2024

B

I

-1.204

    
    

S

-852

    
 

AD.05

Nieuwe stadswerf

L

S

    

916

         

-773

   

B

I

   

490

 
        

-490

 
 

AD.06

Inhaalindexering meerjareninvesteringsplan 2024 - 2027

L

I

    

-1.100

    

S

 

64

342

656

2.292

   

B

S

    

-12

 

AD.07

Onderuitputting kapitaallasten

L

S

35

    
 

AD.08

Kapitaallastenontwikkeling 2025 - 2028, inclusief maximale kapitaallasten 2028

L

I

    

-6.300

    

S

339

-3.056

-4.810

-5.796

519

 

AD.09

Ontwikkeling energiekosten (gemeentebreed)

L

S

280

1.800

1.800

1.800

1.800

 

AD.10

Ontwikkeling financieringslasten

L

S

-4.591

-5.314

-4.928

-2.572

1.423

Bijsturing

AD.11

Bijstelling behoedzaamheidsruimte

L

S

-670

-780

-1.030

-774

-774

 

AD.12

Inzet incidentele ruimte weerstandsvermogen voor structureel saldo.

L

I

  

16.500

  
   

B

S

  

-413

-413

-413

 

AD.13

Mutatie Concernreserve

L

I

2.404

  

4.622

6.655

   

B

I

 

-9.782

-8.733

  

Tot.

    

-6.847

-13.919

-8.282

-12.733

-11.302

Bedragen x 1.000,-

Ontwikkeling

Nr.

Onderwerp

L/B

I/S

2024

2025

2026

2027

2028

Mee/Tegenvaller

OH.01

Huur Level (stadskantoor)

L

S

200

200

200

200

200

 

OH.02

Wagenpark: benodigde beheers- en investeringsmiddelen om te kunnen voldoen aan de eisen van het werken binnen de zero-emissie zone.

L

S

159

771

1.173

1.303

1.289

   

B

S

 

-176

-368

-434

-434

 

OH.03

Beveiligingskosten ambtelijke gemeentepanden

L

S

125

125

125

125

125

 

OH.04

Stijging premie brandverzekering Leiden

L

S

123

185

185

185

185

 

OH.05

Groei/krimp aantal accounts

L

S

 

2.195

2.195

2.195

2.195

      

-2.195

-2.195

-2.195

-2.195

 

OH.06

Actualiseren beheerplan Stadhuis

L

S

270

270

270

270

270

 

OH.07

Afbouwen CE wall

L

I

337

267

   
   

B

I

-39

-31

   

Nieuwe uitgave

OH.08

Instellen van een Europees Subsidie Servicepunt (SSP): de koek vergroten.

L

S

 

241

241

241

 
      

-43

-43

-43

 

Tot.

    

1.175

1.808

1.783

1.847

1.634

Bedragen x 1.000,-

Autonoom

AD.01 Netto ontwikkeling algemene uitkering Gemeentefonds

AD.02 Algemene uitkering Gemeentefonds Voorjaarsnota 2024

Mee- / tegenvaller

AD.03 Raming onroerendezaakbelastingen en precariobelasting

De ozb ontwikkelt zich positief t.o.v. de raming in begroting 2024-2027:

Heffing (- = stijging van de opbrengsten x 1.000)

2024

2025

2026

2027

2028

Ozb eigenaren woningen

-301

-826

-1.025

-1.283

-2.369

Ozb eigenaren niet woningen

-1.097

-1.097

-1.097

-1.097

-1.097

Ozb gebruikers niet-woningen

-1.097

-1.097

-1.097

-1.097

-1.097

Precariobelasting

400

400

400

400

400

Totaal

-2.094

-2.619

-2.818

-3.076

-4.162

De ozb niet-woningen stijgt door de gerealiseerde nieuwbouw van bedrijven en kantoren in 2023. Deze opbrengst kunnen we nu structureel ramen. NB: De ozb opbrengst niet woningen voor nieuw areaal ramen we voorzichtigheidshalve grotendeels pas nadat het nieuwbouw is gerealiseerd en getaxeerd. In het verleden zijn we daar te optimistisch in geweest en werden we later met structurele tegenvallers geconfronteerd.

De ozb woningen stijgt door de toename van het aantal woningen.Tegenover deze hogere opbrengsten staat wel een lagere opbrengst aan Algemene uitkering zoals hierboven bij de toelichting op de algemene uitkering is opgenomen. Deze korting loopt op van afgerond € 800.000 in 2024 tot € 1,9 miljoen in 2028.

De geraamde opbrengst precarioheffing van 829.000 wordt al een aantal jaren niet gerealiseerd. Ondanks intensivering van de controles levert deze heffing een nadeel op van 400.000 structureel.

AD.04 Dividenduitkering Alliander en BNG over 2023 en interim-dividend Alliander over 2024

Van Alliander ontvangt de gemeente Leiden in 2024 een hoger regulier dividend over 2023 van € 2.732.013, dat is 732.013 meer dan begroot en een interim dividend over 2024 van 1.203.630 door de verkoop van voormalig bedrijfsonderdeel Kenter (dit dividend is niet geraamd in 2024). Over 2023 ontvangt gemeente Leiden als aandeelhouder 120.000 meer aan dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).

AD.05 Nieuwe stadswerf

Conform RB21.0061 Schuifoperatie Vlietzone Midden is gestart met de definitiefase Nieuwe Stadswerf. Besloten is de huidige gebouwen aan Adm. Banckertweg en de Kenauweg te vervangen door een compacte efficiente nieuwebouw. Daarmee wordt tevens voorkomen dat de twee huidige gebouwen nog volledig moeten worden verduurzaamd en gerenoveerd. Ook is een nieuw duurzaamheidsplein voorzien op de Kenauweg en wordt de verkoopwaarde van de grond aan de Adm.Banckertweg € 2 miljoen hoger ingeschat dan de benodigde grond aan de Vlietzone. Voor de nieuwe Stadwerf is in het MIP € 10,2 miljoen opgenomen en zou verder vanuit besparingen op de onderhouds- en energiebudgetten dekking zijn om deze investering op te hogen tot €17 miljoen. Begin 2024 is de raming geactualiseerd. De raming voor de nieuwe stadswerf komt uit op € 21.000.000. Voorgesteld wordt om voor de Stadswerf twee investeringen op te nemen, één voor het gebouw en inrichting van de buitenwerf, totaal 21.000.000 waarbij de kapitaallasten € 916.000 bedragen welke gedekt worden door de verschillende investeringen voor de nieuwe stadwerf in het MIP af te waarderen waarbij de kapitaallasten ad. € 422.500 vrij vallen. Daarnaast wordt de boekwaarde van de kenauweg afgewaardeerd waarbij de kapitaallasten ad. € 64.000 vrij vallen. Voorgesteld wordt ook de verwachte besparing op de onderhoudskosten van twee naar één gebouw ad. €130.000 in te zetten ter dekking van de kapitaallasten. Daarnaast zijn de energiekosten de afgelopen jaren gestegen. Voor de Adm.Backertweg en Kenauweg wordt rekening gehouden met een ophoging van het budget energie van € 140.000 met structureel €148.000 voor de komende jaren. Vanaf 2028 bij ingebruikname van het nieuwe gebouw gaan we uit van een besparing van 50% op de energiekosten en kan van het totale budget energie € 144.000 ingezet worden voor de kapitaallasten. Totaal 760.000 dekking tov de kapitaallasten ad. 916.000. Voor het verschil ad.€ 156.000 welke veroorzaakt wordt door de hoge indexering op de kosten in de bouw de afgelopen jaren wordt voorgesteld deze op te nemen in de meerjarenbegroting.

AD.06 Inhaalindexering meerjareninvesteringsplan 2024 - 2027

De indexering van de kredieten in het meerjareinvesteringsplan bleeft vooral in de jaren 2021-2023 achter op de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Dit wordt nu daadwerkelijk ervaren naar aanleiding van recente uitvoeringsbesluiten in de weg- en waterbouw. Om het meerjareninversteringsplan waardevast te houden is een correctie noodzakelijk.

Met terugwerkende kracht is een inhaalindexering doorgerekend op voornamelijk de investeringen in de weg- en waterbouw voor de met name gestegen lonen en prijzen in de periode 2021 t/m 2023. Het betreft hier investeringskredieten die niet eerder op een andere wijze zijn gecompenseerd voor gestegen lonen en prijzen. Een en ander betekent dat de bestaande investeringsvolumes in het meerjareninvesteringsplan 2024 – 2027 met een totaal bedrag van in totaal 64,9 mln. moet worden aangevuld. De kapitaallasten van de inhaalindexering nemen toe met een bedrag van 64.000 in 2025, oplopend tot 1,2 mln. in 2028. Een deel van deze stijging (€ 12.000) van de kapitaallasten kan worden verrekend met de afvalstoffenheffing.

In dit beeld zijn in de laatste jaarschijf 2028 nog niet de volledige en maximale kapitaallasten van de inhaalindexering opgenomen. Een aantal cash flows in de programma’s Bereikbaarheid en Omgevingskwaliteit starten in en na 2028 waardoor de kapitaallasten buiten dit meerjarenbeeld vallen. Dit bedrag is berekend op totaal 1,1 mln.

AD.07 Onderuitputting kapitaallasten

Voorstel voor verrekening van de werkelijke onderuitputting kapitaallasten 2024 met de hiervoor structureel geraamde stelpost. Dit leidt tot een beperkt nadeel van € 35.000. Voor 2024 is het nodig om de omslagrente te verlagen van 1% naar 0,9%, het financiële effect van de verlaging is ook onderdeel van deze mutatie.

AD.08 Kapitaallastenontwikkeling 2025 - 2028, inclusief maximale kapitaallasten 2028

Bij het opstellen van de Kaderbrief 2024 - 2028 wordt de budgettaire ontwikkeling van de kapitaallasten 2025 - 2028 bepaald. Dit op basis van het doorrekenen van de kapitaallasten van de afgeronde investeringen, lopende investeringen en investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2024 - 2027, op basis van actuele cash-flows van investeringen die is uitgevraagd bij de budgethouders van investeringen. Daarnaast passen we op basis van de bijstelling van de cashflow bij voorgaande kaderbrieven de stelpost onderuitputting kapitaallasten aan. Zie voor meer informatie het hoofdstuk ontwikkeling kapitaallasten, schuldquote en reserve afkoopsommen erfpacht.

AD.09 Ontwikkeling energiekosten (gemeentebreed)

In 2024 zijn de wereldwijde ontwikkelingen op de prijzen voor energie in rustige vaarwater gekomen. De energiekosten zijn nog altijd hoger dan we vanuit het verleden gewend zijn. De verwachting is dat deze ook niet meer daar op uit gaan komen. Voor 2024 is een stelpost van 2,5 miljoen beschikbaar (dit is inclusief het restantbudget 2023) en voor 2025 e.v. 1,0 miljoen (jaarlijks). Op grond van de huidige energieprijzen is voor 2024 0,3 miljoen extra nodig om de energiekosten te dekken. In 2023 kregen van het Rijk een compensatie voor de hogere energekosten voor zwembaden. Deze compensatie is in 2024 weggevallen.

Er is een globale inschatting gemaakt voor 2025 e.v. dat jaarlijks 1,8 miljoen extra budget nodig is. De huidige leveringsovereenkomsten lopen eind 2024 af. Momenteel wordt er gewerkt aan een aanbesteding voor nieuwe leveringsovereenkomsten. De inschatting voor 2025 e.v. is gebaseerd op de huidige energietarieven en -verbruiken. Uiteraard blijven de toekomstige energiekosten onzeker en spelen de effecten van de energietransitie ook een rol.

AD.10 Ontwikkeling financieringslasten

De verwachte rentelasten dalen sterk in de eerste jaren van het meerjarenbeeld en neemt richting het eind van het meerjarenbeeld weer toe. Dit heeft als voornaamste oorzaken:

  • De financieringsbehoefte is ten opzichte van de Programmabegroting 2024 in de eerste jaren sterk naar beneden bijgesteld. Dit is vooral het gevolg van investeringsvolumes die in de tijd naar achter zijn geschoven (zie ook de toelichting in het hoofdstuk ontwikkeling kapitaallasten, schuldquote en reserve afkoopsommen erfpacht). Aan het eind van het meerjarenbeeld neemt het totale investeringsvolume weer toe door tegenvallers op investeringen en nieuwe investeringsbeslissingen.
  • In de Programmabegroting 2024 rekenden we bij het bepalen van de rentelasten met een rente op nieuwe geldleningen van 3,5%. De rente op nieuwe geldleningen staat al enige tijd rond 3,2%. Bestuurders van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben laten doorschemeren dat in de beleidsvergadering van juni waarschijnlijk een verlaging van de beleidsrente ter sprake komt. Hiermee is het reëel om met een rentepercentage op nieuwe geldleningen van 3,2% deze kaderbrief op te stellen.

OH.01 Huur Level (Stadskantoor)

Het beschikbaar budget voor huur Level (1,7 mln. in 2021) stijgt op basis van indexering minder hard dan de werkelijke huur. Reden is dat in de begroting met een lager percentage wordt geindexeerd dan is opgenomen in het huurcontract (in huurcontract o.b.v. CPI met een max. van 4,5%). In 2021 index begroting 1,0%, CPI 2,6%; in 2022 index begroting 1,0%, CPI 4,5% (max.); in 2023 index begroting 2,3%, CPI 4,5% (max.); in 2024 index begroting 3,9%, CPI verwachting 4,5% (max.). Als gevolg van indexering zou het huidige budget met 140.000 opgehoogd moeten worden. Daarnaast worden er vier extra parkeerplekken afgenomen voor stalling handhavingsvoertuigen. Voor de huur van deze parkeerplekken (23.000 per jaar) en de lopende en aanvullende abonnementen (17.000 per jaar) is in totaal 40.000 per jaar extra nodig. Ook is gebleken dat de huidige fietsenstalling te klein is geworden en is er sprake van een mogelijke schuifplan waardoor meer medewerkers op het Stadskantoor aanwezig zullen zijn. Om dit op te vangen gaan er vier extra vakken voor fietsenstalling gehuurd worden. De kosten hiervan bedragen 20.000 per jaar.

OH.02 Wagenpark: benodigde beheers- en investeringsmiddelen om te kunnen voldoen aan de eisen van het werken binnen de zero-emissie zone.

In het in 2020 opgestelde Beheerplan Wagenpark was het uitgangspunt het wagenpark bij natuurlijke vervangingsmomenten te verduurzamen met een gelijkblijvende TCO (total cost of ownership). Doel was om het wagenpark in de periode tot 2030 volledig te verduurzamen. De realiteit en de marktontwikkelingen hebben ons echter ingehaald. De aanschafprijzen en exploitatiekosten van conventionele voertuigen zijn de laatste twee jaar flink gestegen. De aanschafprijzen van elektrische voertuigen zijn zelfs nog sterker gestegen, terwijl deze al duurder waren dan de conventionele voertuigen. Ook de wet- en regelgeving (invoering Zero Emissie zone) is veranderd. Dit betekent dat circa 70% van het huidige conventionele wagenpark bij een volgend vervangingsmoment (uiterlijk 2030) elektrisch aangedreven moet zijn om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving, alleen dan kunnen we de werkzaamheden in de binnenstad uit blijven voeren.

Dit vraagt om een totaal aan extra (indicatief) financiële middelen van 160.000 in 2024, 350.000 in 2025, 560.000 in 2026, 660.000 in 2027 en 660.000 in 2028 (bedragen zijn inclusief dekkingen vanuit de riool- en afvalstoffenheffing) bestaande uit investeringen voor conventionele en elektrische voertuigen, stijgende exploitatiekosten, infrastructuur voor het laden van voertuigen en onvoorziene kosten tijdens de transitieperiode. Met deze investeringen wordt de CO2 uitstoot van de gemeentelijke voertuigen aanzienlijk verminderd (- 70%), dragen we bij aan een toekomstbestendige en duurzame leefomgeving en kunnen we ook in de Zero Emissie (ZE) zones blijven werken aan een schone en vellige openbare ruimte.

Om de CO2 uitstoot van de gemeente nog verder te verlagen (-96% in totaal), stellen we voor om de resterende dieselvoertuigen op HVO (biodiesel) te laten rijden. De kosten voor biodiesel zijn circa 30% hoger dan normale diesel. De kosten voor HVO nemen per jaar af. Dit omdat er steeds meer elektrische voertuigen gaan rijden.

OH.03 Beveiligingskosten ambtelijke gemeentepanden

Met ingang van 2023 zijn de beveiligingskosten met 17% gestegen, wat overeenkomt met een jaarlijks bedrag van €125.000. Deze stijging is het gevolg van hogere cao-lonen voor de beveiligers en voldoet aan de geldende overeenkomst.

OH.04 Stijging premie brandverzekering Leiden

De premie van de brandverzekering stijgt in 2024 met 123.000 (10%) door indexatie van de premie en door toevoeging van nieuwe panden aan de verzekering. Deze stijging kan niet met bestaande budgetten gedekt worden. Daarnaast word de aansprakelijkheidsverzekering opnieuw aanbesteed, hetgeen tot een stijging van de premie zal leiden. Het hierdoor ontstane tekort is van structurele aard. Om het tekort op te lossen is daarom structureel vanaf 2024 123.000 nodig en voor het jaar 2025 € 61.500 ter dekking van de verwachte prijsstijging.

OH.05 Groei/krimp aantal accounts

De Centrumregeling Bedrijfsvoering Leidse regio bepaalt op 1 maart de groei in het aantal afgenomen accounts. De financiële gevolgen van het Leidse deel is in deze kaderbrief meegenomen. Ten opzichte van de vorige meting is het aantal accounts in Leiden gegroeid met 51. Per account wordt in 2025 19.139 toegevoegd aan het budget van de centrumregeling, in totaal 976.089. Daarnaast wordt een inflatiecorrectie van in totaal 79.750 toegepast op de groei van voorgaande jaar. (2024 was dit 17.764). De groeibijdrage is in principe structureel en wordt gedekt door de clusters die groeien.

OH.06 Actualiseren beheerplan Stadhuis

Het oorspronkelijke budget voor het onderhoud (contract, dagelijks en planmatig onderhoud) van het Stadhuis was 550.000 maar dit is door het project ambtelijke herhuisvesting verlaagd naar 370.000. Nadat de verbouwing van het Stadhuis is afgerond is een nieuw meerjaren onderhoudsplan (MJOP) opgesteld om het benodigd budget voor het onderhoud aan het Stadhuis te bepalen. Uit het nieuwe MJOP komt naar voren dat het benodigd budget 640.000 bedraagt. Hierdoor is aanvullend structureel 270.000 benodigd.

OH.07 Afbouwen CE wall

CEwall is een applicatie voor e-mailarchivering. Het bevat kopieën van alle ontvangen en verzonden e-mails, inclusief bijlagen. Medewerkers gebruiken CEwall soms om e-mails terug te zoeken en te downloaden die ze al uit Outlook hebben verwijderd. De Leidse regio gaat CEwall afbouwen omdat het niet voldoet aan wet- en regelgeving rond archivering en privacy. E-mails mogen namelijk maar zeven jaar worden bewaard, en uit CEwall kunnen we geen e-mails verwijderen. We hebben er miljoenen mails opgeslagen die al lang vernietigd hadden moeten worden en voldoen daarom niet aan regelgeving. Een andere reden om CEwall af te bouwen is dat de leverancier gaat stoppen met het product. In 2024 gaan de gemeenten aan de slag hiermee. Aanvankelijk was het plan om tegelijkertijd CEwall en Outlook aan te pakken. Dit blijkt voor de gemeenten echter een te grote opgave. Daarom is besloten om met Outlook pas in een latere fase aan de slag te gaan. De geraamde kosten voor Leiden (exclusief IDA) in 2024 bedraagt 298.000 en voor 2025 235.000. De kosten voor IDA worden gedekt vanuit de CR reserve kapitaallasten.

Nieuwe uitgaven

OH.08 Instellen van een Europees Subsidie Servicepunt (SSP): de koek vergroten.

De gemeente Leiden heeft mooie innovatieve projecten en groene en sociale ambities. Financiering, ook met het oog op 2026, is een aandachtspunt. Het aantrekken van externe financiering is onmisbaar om onze vastgestelde beleidsambities te realiseren. Vergeleken met andere middelgrote Nederlandse steden werkt de gemeente Leiden weinig met (Europese) subsidies. Om de organisatie te ondersteunen in het werken met subsidies en geen financiering mis te lopen richten we een subsidieservicepunt in van 2 FTE (1 FTE subsidiecoordinator, 0.5 FTE financieel adviseur, 0.5 FTE public affairs capaciteit in Brussel). De verwachting is dat het SSP zichzelf deels terugverdient. Dit vraagt wel een voorinvestering. We stellen voor om de komende drie jaar hiervoor tijdelijk jaarlijks € 241.000 beschikbaar te stellen. Het verkrijgen van (Europese) subsidies kost tijd en vraagt om in de juiste netwerken te zitten, de financieringskansen goed te volgen en te matchen met projecten, de financiele administratie en processen goed in te richten en de randvoorwaarden goed uit te pluizen. Met het SSP borgen we dit.

Bijsturing

AD.11 Bijstelling behoedzaamheidsruimte

In de Programmabegroting 2024 hield het college behoedzaamheidsruimte aan die opliep tot afgerond € 2,7 miljoen. Hiervan diende € 1,1 miljoen voor het afdekken van de bestaande taakstelling sociaal domein. Zoals gemotiveerd in de financiële samenvatting kiest het college ervoor om deze ruimte tot en met 2026 volledig te laten vrijvallen voor het opvangen van tegenvallers en sluitend maken van het meerjarenbeeld. Vanaf 2027 laat het college 374.000 vrijvallen om de meerjarenbegroting structureel sluitend te maken. Gezien diverse onzekerheden die de toekomstige stucturele financiële ruimte negatief kunnen beïnvloeden, stelt het college voor om structureel 800.000 aan behoedzaamheidsruimte te handhaven vanaf 2027. Het gaat dan om structurele onzekerheden rondom bijvoorbeeld het komend kabinetsbeleid, renteontwikkeling, taken op het gebied van energie de stations-ontwikkeling Leiden Centraal en voortgang van de woningbouw (i.r.t. de Algemene uitkering).

(in 1.000)

2025

2026

2027

2028

Behoedzaamheidsruimte (excl. 1,1 mln. SD) Programmabegroting 2024

780

1.030

1.574

1.574

Behoedzaamheidsruimte (excl. 1,1 mln. SD) na Kaderbrief 2024-2028

-

-

800

800

AD.12 Inzet incidentele ruimte weerstandsvermogen voor structureel saldo.

In de concernreserve ontstaat ten opzichte van de ondergrens voor het weerstandsvermogen 16,5 miljoen aan ruimte. Dit zetten we via de reserve afschrijvingen investeringen in om het structurele saldo van de begroting vanaf 2026 met € 412.500 te verbeteren.

AD.13 Mutatie concernreserve
De financiële mee- en tegenvallers en keuzes in de kaderbrief leiden bij elkaar opgeteld in de verschillende begrotingsjaren 'onder aan de streep' tot voor- en nadelen. Deze verrekenen we met de concernreserve.