Kaderbrief 2023-2027

Stedelijke ontwikkeling

Programmanummer

 

6

Commissie

 

Stedelijke Ontwikkeling

Portefeuille(s)

 

Wonen, Bouwen & Welzijn

Bestuur, Veiligheid, Handhaving & Regio

Energie, Werk, Inkomen & Cultuur

De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt:
De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling van de beschikbare, schaarse ruimte van stad en regio die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving.

Wijzigingen indeling programmabegroting

Voor programma 6 zijn er wijzigingen met betrekking tot beleidsterrein 6D Energietransitie in de doelenboom. De benaming van de drie onderliggende prestaties wijzigt en er worden nieuwe indicatoren voorgesteld.

Beleidsterrein

Doel

Prestaties begroting 2023

Prestatie begroting 2024

6D Energietransitie

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

6D1.1 Meer energie besparen

6D1.1 Energiebesparing

6D1.2 Meer duurzame opwekking energie

6D1.2 Opwek duurzame energie

6D1.3 Realisatie aardgasvrije stad

6D1.3 Warmtetransitie

In de begroting van 2023 is een forse slag gemaakt in het verbeteren van de doelen, indicatoren en streefwaarden voor de energietransitie in de gebouwde omgeving. Aan de basis van deze verbeterslag lagen onder andere de vastgestelde RES en een notitie van bureau Over Morgen (routekaart naar een klimaatneutraal Leiden, te vinden op www.leiden.nl/energietransitie). Echter, en zo is het ook in de begroting opgenomen, de onderleggers voor die verbeterslag geven nog niet het volledige adequate beeld voor een finale aanscherping van de doelen, indicatoren en streefwaarden. Daarom is onderzoeksbureau CE Delft gevraagd om een nieuwe slag te maken. Dit onderzoek helpt nu om een adequaat beeld te schetsen van doelen (voor 2030 en 2050) over de volle breedte van de energietransitie. In januari 2023 is het daaruit volgende rapport en een collegebrief (kenmerk Z/23/3486360) verstuurd naar de raad.

Nieuwe inzichten

Nieuwe prognoses geven aan dat autonome ontwikkelingen een CO2-reductie in 2030 opleveren van 43% over de gehele stad t.o.v. 1990. Tellen we daarbij de acties op die de gemeente vanuit de huidige uitvoeringsagenda energietransitie gebouwde omgeving 2020-2023 ontplooit, dan wordt er een reductie van 50% in de gebouwde omgeving gerealiseerd.

Daarnaast ligt er een advies over hoe om te gaan met monitoring. Het is van belang dat de gemeente inzet op twee soorten monitoring. Ten eerste op betere indicatoren dan nu in de begroting zijn opgenomen, ten tweede op effectiviteit van beleidsmaatregelen. In het hoofdstuk hieronder wordt een vernieuwd voorstel voor doelen, indicatoren en streefwaarden neergelegd. Voor het tweede gedeelte zal er in de nieuwe uitvoeringsagenda worden vastgelegd dat er een jaarlijkse voortgangsrapportage wordt gemaakt. In deze jaarlijkse voortgangsrapportage wordt dieper ingegaan op doelen, inspanningen, resultaten en effecten, over de gehele breedte van de opgave.

Voorstel voor indicatoren

Wanneer de huidige set aan doelen, indicatoren en streefwaarden aangevuld wordt met de suggesties van CE Delft en met doelen die in beleid zijn vastgelegd, komen we tot onderstaand schema. Onder de tabel leest u een overzicht van de overwegingen die ten grondslag liggen aan de keuze voor indicatoren en streefwaarden.

Doel

Prestatie

Indicator

Huidige waarde

Einddoel

Beoogde waarde 2030

Bron

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

 

CO2-uitstoot gebouwde omgeving, in tonnen

285.500 (2021)

0 in 2050

155.000 (=50% reductie t.o.v. 1990)

klimaatmonitor

Percentage huishoudens in energiearmoede

7.2%

0 in 2050

0

TNO

6D1.1 Energiebesparing

Aantal geregistreerde woningen met slecht label (E/F/G)

7.410 (2022)

0 in 2050

0

klimaatmonitor

Totaal energieverbruik gebouwde omgeving, in TJ

4.454 (2020)

 

4.500

klimaatmonitor

6D1.2 Opwek duurzame energie

Aandeel duurzame warmtebronnen in de geleverde warmtemix

0% (2021)

100% in 2050

25%

Warmte-etiquet Vattenfall

CO2-emissie van het warmtenet per GJ, in kg

37,2 (2021)

0 in 2050

14

Warmte-etiquet Vattenfall

Hernieuwbare elektriciteit via zon, in TJ

64 (2020)

 

271

klimaatmonitor

Percentage bekende hernieuwbare energie

4.2% (2020)

100% in 2050

 

klimaatmonitor

 

6D1.3 Warmtetransitie

Aantal woningen op een warmtenet

13.197 (2021)

 

21.207

klimaatmonitor

Aantal woningen op een elektrische verwarming

1.937 (2021)

25% van totale woningvoorraad

10% van totale woningvoorraad

klimaatmonitor

Het aantal woningen dat gebruikt maakt van een aardgasinstallatie

41.771 (2021)

0 in 2050

 

CBS (via klimaatmonitor)

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

Onder dit doel stellen we twee overkoepelende indicatoren voor welke gaan over alle prestaties. Ten eerste wordt er ingezet op het terugdringen van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. Hier wordt een streefwaarde voor vastgelegd van 50% CO2-reductie in 2030 t.o.v. 1990. In 2050 is de gebouwde omgeving klimaatneutraal en daarom staat de streefwaarde dan op 0. De streefwaarde voor 2030 sluit aan bij de ondertekening van het klimaatakkoord door gemeenten in Nederland. Met de huidige inspanningen vanuit de uitvoeringsagenda energietransitie gebouwde omgeving 2020-2023 en autonome ontwikkelingen is er een CO2-reductie van 50% te verwachten. Het rijk legt in de nationale Klimaatwet overigens vast dat de CO2-reductie over de gehele linie 55% moet zijn (aansluitend op doelen EU), met een ambitie om voor 60% te gaan. Gemeenten in Nederland hebben zich nog niet aan dit doel gecommitteerd, omdat er nog te weinig zicht is op aanvullende middelen en een instrumentarium om dit doel ook te halen. Daarbij, de stap richting 50% reductie is al enorm en zal een grote inspanning van de gemeente vragen.

Ten tweede wordt er ingezet op het tegengaan van energiearmoede. Hier wordt een streefwaarde voor vastgelegd dat er in 2030 geen mensen meer leven in energiearmoede. Dit is een realistische doelstelling, aangezien er wordt ingezet op het realiseren van basisisolatie in de gehele gebouwde omgeving. Daarbij moet worden opgemerkt dat het wonen in een huis met goede isolatie niet allesbepalend is. Er zijn nog meer factoren die meewegen in het ervaren van energiearmoede. Er ligt dus ook een nadrukkelijke link met inspanningen uit het sociaal domein. Tevens ligt hier een grote afhankelijkheid van de inspanningen die de woningcorporaties doen, aangezien een groot deel van de mensen in energiearmoede wonen in huizen van deze corporaties. Zij hebben vanuit het rijk echter opgedragen gekregen om er voor te zorgen dat alle woningen in uiterlijk 2028 van basisisolatie zijn voorzien.

6D1.1 Energiebesparing

Binnen deze prestatie worden twee indicatoren voorgesteld. Ten eerste wordt er ingezet op het stimuleren van verduurzamen, zodat woningen met een slecht label worden uitgefaseerd. Het aantal woningen met een slecht label geeft een goede indicatie van de voortgang die er geboekt wordt in dit onderdeel. Er wordt voorgesteld om vast te leggen als streefwaarde dat er in 2030 geen woningen meer zijn met een label E/F/G. Dit ligt in lijn met ambities vanuit het rijk.

Ten tweede wordt er ingezet op het terugdringen van de totale energieconsumptie door de gebouwde omgeving. Wetende dat de stad qua gebouwde omgeving groeit en de vraag naar energie daardoor zou kunnen toenemen, is het dus een goed punt om naar te streven dat deze waarde enigszins gelijk blijft.

6D1.2 Opwek duurzame energie

Binnen deze prestatie worden vier indicatoren voorgesteld. Twee daarvan hebben betrekking op de mate van duurzaamheid van het warmtenet en twee indicatoren zijn te relateren aan de mate van duurzaamheid van de elektriciteitsvoorziening.

De eerste indicator die betrekking heeft op de mate van duurzaamheid van het warmtenet gaat over het aandeel duurzame warmtebronnen in de totale mix. Dat is in Leiden nu nog 0%, aangezien het warmtenet van Vattenfall wordt gevoed door een aardgasgestookte energiecentrale. Als je kijkt naar het Rotterdamse warmtenet, waar Leiden straks met WLQ+ op is aangesloten, is het aandeel 21% duurzaam. Als dit wordt aangevuld met lokale bronnen en geothermie, is het realistisch om te streven naar een aandeel duurzaam van 25% in 2030. Er wordt nu bijvoorbeeld ook gewerkt aan ontsluiten van warmte uit AWZI voor Poelgeest, aquathermie voor het Waardeiland, ontwikkeling van geothermie in de Leidse regio en mogelijke verduurzaming van de centrale aan de Langegracht. In 2050 is de gehele warmtevoorziening 100% duurzaam. Het rijk stuurt hier met wetgeving op.

De tweede indicator binnen deze prestatie geeft een beeld op de mate van CO2-reductie gerealiseerd door het warmtenet. Een gemiddelde aardgasgestookte CV-ketel stoot rond de 50kg CO2 per GJ uit. De prestatie van het huidige warmtenet is al een stuk beter, namelijk 37kg per GJ. Echter, deze moet naar 0 in 2050. Als tussenwaarde in 2030 wordt er gekozen voor 14 kg/GJ. Dit is gelijk aan de prestatie in Rotterdam. Als aansluiting op Warmtelinq+ is gerealiseerd, moet het Leidse net ook ongeveer zo presteren. Met de voorgestelde bronnenmix voor Leiden kan het getal in 2030 op 11kg/GJ uit komen, maar dit is nog wel heel onzeker door inzet van pieklast.

Om een duiding te geven van de verdere mate van duurzame energie in de Leidse energiemix wordt er voorgesteld om in te zetten op een stijging van de hoeveelheid zonne-energie en het aandeel van alle soorten duurzame energie. De hoeveelheid zonne-energie zal richting 2030 vervijfvoudigen, wat ongeveer 40% van het totale geschikte dakoppervlak is. Het percentage duurzame energie zal van 4.2% nu, richting 100% in 2050 groeien. Het is lastig om een concreet tussenpunt voor 2030 te benoemen.

6D1.3 Warmtetransitie

Binnen deze prestatie worden drie indicatoren voorgesteld. Ten eerste wordt ingezet op een stijging van het aantal woningen op een warmtenet en een elektrische verwarming. Voor wat betreft het warmtenet zal dit leiden tot een stijging van ongeveer 8000 woningen. Deze doelstelling komt voort uit de inspanningen vanuit het PvA gebiedsgerichte warmtetransitie. Hoe dit verder naar 2050 ontwikkelt is nog niet te zeggen. Dit zal op termijn verder concretiseren.

Daarnaast is een meer autonome ontwikkeling te verwachten van een stijging van het aandeel woningen dat elektrisch wordt verwarmd, doordat mensen zelf de omschakeling vormgeven door een warmtepomp te installeren (vanzelfsprekend ook door hulp/ondersteuning vanuit het rijk en gemeente). Een rapport van Over Morgen geeft aan dat een realistische verwachting is dat dit 10% in 2030 is en 25% in 2050 is.

De laatste indicator die wordt voorgesteld om toe te voegen aan deze prestatie is die van het aantal woningen dat verwarmd wordt met een aardgasaansluiting. CBS publiceert hier al schattingen van en er zijn landelijk ontwikkelingen gaande om een beter beeld te krijgen van het aantal aansluitingen op gas (dus ook voor utiliteitsgebouwen). Het voordeel van deze indicator is dat nieuwbouw het beeld van de omschakelsnelheid niet vertroebelt. In 2050 is dit aantal vanzelfsprekend 0. Voor 2030 is het nog lastig om hier iets concreets over te zeggen.

Doelenboom begroting 2023:

Beleidsterrein

Doel

Prestatie

6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing

6A1 Toedelen van Ruimte

6A1.1 Opstellen kaderstellende visies voor de ruimtelijke

ontwikkeling van regio, stad en stadsgebieden

6A1.2 Stimuleren ruimtelijke initiatieven en ruimtelijke kwaliteit

6A1.3 Opstellen en actualiseren ruimtelijk instrumentarium

6A1.4 Implementatie Omgevingswet

6A2 Ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde ruimte

6A2.1. Behandelen verzoeken om omgevingsvergunning

6A2.2. Het voeren van vooroverleg

6A3 Veilig bouwen en veilig gebruiken van bebouwde ruimte

6A3.1 Toezicht en handhaving op veilig bouwen en gebruiken

6B Gemeentelijke gronden en gebouwen

6B1 Optimale exploitatie van gemeentelijke gronden

en gebouwen

6B1.1 Voeren van een erfpachtbedrijf

6B1.2 Opstellen Meerjaren Perspectief Grondexploitaties en Vermogensbeheer

Grondexploitaties

6B1.3 Exploiteren van gemeentelijke gebouwen

6C Wonen

6C1 Hogere kwaliteit en toename van de woningvoorraad

6C1.1 Woonvisie Leiden 2020-2030 en uitvoeringsagenda wonen

6C1.2 Uitvoering prestatieafspraken 2020-2025

6C1.3 Regionale woonvisie en woonruimteverdeling

6C1.4 (Laten) uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting)

 

6C2 Opheffen illegale huisvesting

6C2.1 Toezien en handhaven op onrechtmatige bewoning

6D Energietransitie

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

6D1.1 Meer energie besparen

6D1.2 Meer duurzame opwekking energie

6D1.3 Realisatie aardgasvrije stad

Doelenboom begroting 2024:

Er zijn alleen wijzigingen in de doelenboom met betrekking tot 6D Energietransitie.

Beleidsterrein

Doel

Prestatie

6D Energietransitie

6D1 Klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050

6D1.1 Energiebesparing

6D1.2 Opwek duurzame energie

6D1.3 Warmtetransitie